Niet de Tesla, maar degene die op de bestuurdersstoel van de auto zit is de feitelijke bestuurder. Dat heeft de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland in een uitspraak van 22 november 2018 bepaald. Een bestuurder van een Tesla model X, die is bekeurd voor het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden, was naar de rechter gestapt omdat hij vindt dat niet hij, maar de Tesla met Autopilot de feitelijke bestuurder is.
De kantonrechter overweegt als volgt:
"Betrokkene ontkent niet dat hij zijn mobiele telefoon tijdens het rijden vasthield en daarop te hebben gewerkt. Betrokkene stelt zich echter op het standpunt dat hij niet als feitelijk bestuurder kan worden aangemerkt. De Tesla Model X rijdt immers door middel van een Autopilot-systeem. De software zorgt ervoor dat de auto zelf kan sturen en remmen, zonder dat ingrijpen van een persoon noodzakelijk is. De software die de auto bestuurt dient dus te worden aangemerkt als feitelijk bestuurder.
Verder voert gemachtigde namens betrokkene aan dat de auto geheel autonoom kan remmen en sturen zonder ingrijpen van betrokkene. Gemachtigde geeft aan dat betrokkene slechts lijfelijk in de auto aanwezig is en onder zijn toezicht een motorvoertuig zichzelf doet besturen.
De kantonrechter verwijst voor het begrip bestuurder, naar artikel 1, onder n, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994). In artikel 1 onder n van de WVW 1994 is bepaald dat de bestuurder van een motorrijtuig degene is die het motorrijtuig bestuurt of degene die, overeenkomstig de bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarde, wordt geacht het motorrijtuig onder zijn onmiddellijk toezicht te doen besturen.
Naar het oordeel van de kantonrechter bepaalt de feitelijke bestuurder van een auto waar de auto heen gaat, hoe te handelen in noodsituaties en is deze verantwoordelijk voor wat de auto doet.
De kantonrechter verwijst naar hetgeen Tesla Nederland heeft opgenomen op haar website: “Bij gebruik van Autopilot moet de bestuurder altijd zelf opletten en actief blijven en gereed zijn elk moment in te grijpen.”’
Betrokkene heeft verder ter zitting verklaard dat hij als degene die op de bestuurdersplaats zit regelmatig het stuur moet vastpakken aangezien de auto anders een signaal geeft en na drie signalen het Autopilot systeem zichzelf uitschakelt. Dit Autopilot systeem kan pas aan het einde van de rit weer worden ingeschakeld. Het Autopilot systeem werkt bovendien uitsluitend op de grote weg, aldus betrokkene.
Gelet op hetgeen hiervoor is weergegeven is de kantonrechter van oordeel dat uitsluitend betrokkene kan worden aangemerkt als feitelijk bestuurder in de zin van artikel 61a RVV 1990 en artikel 1 WVW 1994.
Gelet op het voorgaande staat de gedraging vast. Betrokkene was ten tijde van de gedraging de bestuurder van een motorvoertuig en hij heeft tijdens het rijden een mobiele telefoon vastgehouden. Dit is een overtreding op grond van artikel 61a RVV 1990. Dat het een motorvoertuig betrof waarbij de autopilotfunctie was ingeschakeld, maakt niet dat betrokkene niet als bestuurder moet worden aangemerkt."