De nieuwste Justitiële verkenningen 2/23 van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) staat in het teken van het slavernijverleden en de doorwerking ervan. De afschaffing en later strafbaarstelling van slavernij hebben er niet toe hebben geleid dat er geen slavernij meer is. Het gaat er bij slavernij daarom niet alleen over het verwerken van het verleden, maar ook over het aanpakken van slavernij in het heden.
In het themanummer is er onder andere aandacht voor de belangrijkste bevindingen van het onderzoek dat het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden en is er een bijdrage aan de hand van het concept ‘kleurenblind racisme’ over de vraag waarom in Nederland discussies over racisme en het slavernijverleden zo moeilijk op gang komen. In een andere bijdrage gaat de blik van (de doorwerking van) slavernij uit het verleden naar slavernij in het heden. Auteurs laten zien dat het slecht gesteld lijkt met de aanpak van slavernij in Nederland. In Nederland is alleen slavenhandel zelfstandig strafbaar gesteld. Slavernij is strafbaar als mensenhandel. Dat maakt dat men voor de vervolging van situaties van slavernij afhankelijk is van de mogelijkheden die de strafbaarstelling van mensenhandel biedt. Auteurs verkennen de mogelijkheden om Nederlandse bedrijven strafrechtelijk te vervolgen voor situaties van arbeidsuitbuiting (mensenhandel) in hun productieketens. Zij concluderen dat hoewel er in theorie mogelijkheden zijn om Nederlandse bedrijven te vervolgen voor slavernijachtige situaties in hun productieketens, er in de onderzochte jurisprudentie nog geen gevallen bekend zijn waarin dit ook daadwerkelijk gebeurt. Dit heeft volgens hen te maken met de diverse belemmeringen en dilemma’s bij de opsporing en vervolging van mensenhandel, en roept de vraag op of Nederland genoeg doet om slavernij aan te pakken.
Justitiële verkenningen Slavernijverleden en doorwerking
Bron: www.wodc.nl