Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 26 maart 2024 beslist dat de SNS Bank een coffeeshophouder een zakelijke rekening moet aanbieden en het gebruik van zijn privérekening voor privé-zaken moet blijven toestaan. Zonder een betaalrekening is het vrijwel onmogelijk om een bedrijf te hebben en deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer.
De eigenaar van een coffeeshop heeft sinds de jaren '80 een privérekening bij SNS Bank. In 2008 zegt de bank zijn zakelijke rekening op, omdat ze geen zaken willen doen met een coffeeshop. De eigenaar begint vervolgens zijn privérekening ook voor zakelijke doeleinden te gebruiken. In 2023 beëindigt SNS Bank de klantrelatie, omdat de privérekening naar hun mening zakelijk wordt gebruikt, wat in strijd is met de voorwaarden van de rekening.
Arrest hof
Het hof vindt dat op banken ook ten aanzien van niet-consumenten de verplichting kan rusten een betaalrekening aan te bieden. Daarvoor is belangrijk dat het zonder een betaalrekening vrijwel onmogelijk is om een bedrijf te hebben en deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Banken mogen daarom niet bepaalde bedrijven per definitie uitsluiten van een bankrekening. Het hof stelt dat de beslissing van SNS Bank om de coffeeshopeigenaar geen zakelijke rekening aan te bieden, onhoudbaar is. De bank had geen geldige reden om een coffeeshop als klant te weigeren. De bank was verplicht was de aanvraag voor een zakelijke rekening individueel te toetsen, in plaats van een algemeen beleid te volgen. De bank had ook moeten onderzoeken of er mogelijkheden waren om de relatie met de coffeeshopeigenaar voort te zetten. Toen de eigenaar zijn privérekening ook voor zakelijke doeleinden begon te gebruiken, greep de bank niet in, wat bij de eigenaar de verwachting kon hebben gewekt dat de bank dit gedoogde. Daarnaast oordeelt het hof dat de opzegging van de privérekening onaanvaardbaar is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. De bank had rekening moeten houden met de belangen van de coffeeshopeigenaar, waaronder zijn decennialange probleemloze relatie met de bank en zijn behoefte aan een bankrekening voor zijn legitieme bedrijfsactiviteiten. Het kan echter wel zo zijn dat banken een gerechtvaardigd belang hebben om cliënten te weigeren vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico's. Dat kan betekenen dat een bank niet in alle gevallen kan worden verplicht om een betaalrekening aan te bieden. Daarbij zal het belang van de bank moeten worden afgewogen tegen dat van de onderneming die de rekening aanvraagt. Die belangenafweging valt in dit geval in het voordeel van de coffeeshophouder uit. Daarbij speelt mee dat de coffeeshophouder steeds meer betalingen per pin laat lopen en zich bereid heeft verklaard zijn contante omzet bijna helemaal af te bouwen. Ook vindt het hof belangrijk dat de al jarenlang bestaande onderneming zonder bankrekening zou moeten worden beëindigd. Het personeel zou dan worden ontslagen. Het is namelijk duidelijk dat de coffeeshophouder bij een andere bank ook geen zakelijke bankrekening kan krijgen. Wel moet de coffeeshophouder stoppen met zijn privérekening zakelijk te gebruiken, en moet hij de contante omzet binnen twee maanden afbouwen tot maximaal 10%. Verder hoeft de zakelijke rekening geen mogelijkheid voor contant afstorten te hebben.
Bron: www.rechtspraak.nl