Strafrechtadvocaten hebben een brandbrief naar de minister van Justitie, Tweede Kamer, Raad voor de rechtspraak en het openbaar ministerie gestuurd. Zij stuurden de brief omdat zij zich ‘grote zorgen over de strafrechtspleging in Nederland’ maken.

Politie en het openbaar ministerie richten zich in de opsporing in toenemende mate op het in beslag nemen, aftappen en hacken van versleutelde communicatiediensten. De advocaten schrijven dat op zichzelf hier niets mis mee is en onderschrijven het maatschappelijk nut van nieuwe, geavanceerde opsporingsmethoden in de bestrijding van zware criminaliteit. De inzet van zulke nieuwe opsporingsmethoden vraagt wel om transparantie als vragen bestaan over het feitelijk verloop. Alleen op die manier kan de rechter uiteindelijk adequaat toetsen in hoeverre het verkregen bewijsmateriaal rechtmatig en betrouwbaar is.

Feitelijk verloop helder krijgen

Volgens de advocaten is daar nu geen sprake van: “Rechters wijzen de vele verzoeken van vele advocaten om dat feitelijk verloop gewoon helder te krijgen, hetgeen nog los staat van de juridische gevolgen, stelselmatig af. Dat klemt omdat ondertussen wel sterke, feitelijke aanwijzingen bekend zijn geworden dat fundamentele mensenrechten zijn geschonden of dreigen te worden geschonden van burgers c.q. verdachten. Sprake is van inbreuken op fundamentele mensenrechten van eenieder, die van verdachten in strafzaken in het bijzonder. Voor alle burgers, waaronder dus óók verdachten, geldt: zij moeten kunnen vertrouwen op de overheid en zij moeten op haar bescherming kunnen rekenen. In strafzaken moeten zij zelfs kunnen rekenen op de onschuldpresumptie: de schuld aan een strafbaar feit kan en mag pas worden aangenomen als het bewijsmateriaal dat daarvoor zou kunnen dienen, indringend is getoetst. Momenteel gebeurt dat niet en wordt dat dus zelfs (actief) voorkomen door de magistratuur. Op die manier wordt het middel erger dan de kwaal."

Betere controle

“Wij verzoeken de verschillende staatsmachten daarom om (onderlinge) controle ten behoeve van een balans tussen waarheidsvinding en effectieve bestraffing enerzijds en rechtsstatelijkheid en integere opsporing anderzijds, zoals dat momenteel in andere Europese landen, zoals Frankrijk en Italië, al wel gebeurt. Op dit moment heeft de advocatuur daarin geen rol. Dat staat onherroepelijk in de weg aan een goede rechtsbedeling. Daarom dringen wij aan op:

  • Kamervragen, zodat uitleg wordt verschaft over de rol van Nederlandse autoriteiten bij de internationale samenwerking in de onderzoeken naar voornoemde communicatiediensten;
  • transparantie vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het openbaar ministerie over de rol van de Nederlandse autoriteiten bij die internationale samenwerking;
  • kritisch onderzoek door rechters in individuele strafzaken waarin verdachten worden geconfronteerd met bewijsmateriaal dat voortvloeit uit die internationale samenwerking."

Bron: www.vanboomadvocaten.nu

Laatste nieuws