Het Gerecht van de Europese neemt per 1 oktober 2024 zes bevoegdheden inzake prejudiciële vragen over van het Hof van Justitie van de Europese Unie met betrekking tot zes aangelegenheden: het gemeenschappelijk btw-stelsel, accijnzen, het douanewetboek, de tariefindeling van goederen, compensatie voor en bijstand aan passagiers bij instapweigering of bij vertraging of annulering van vervoersdiensten, en het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten.
De uitvoering van deze gedeeltelijke overdracht van de prejudiciële bevoegdheid van het Hof van Justitie aan het Gerecht ligt in het verlengde van de hervorming van de gerechtelijke structuur van de Europese Unie en gaat om verzoeken om een prejudiciële beslissing die worden ingediend vanaf 1 oktober 2024. Met deze hervorming wordt beoogd de werklast van het HvJ EU op het gebied van prejudiciële verwijzingen te verlichten en het Hof in staat te stellen zijn taak binnen redelijke termijnen te blijven vervullen. De afgelopen vijf jaar is het aantal rechtszaken bij het Hof aanzienlijk en gestaag toegenomen. Deze ontwikkeling gaat gepaard met een grotere complexiteit en een hogere gevoeligheid van de zaken, die onder meer betrekking hebben op constitutionele kwesties of kwesties die verband houden met de grondrechten. De hervorming moet het Hof in staat stellen zich te concentreren op zijn taak de eenheid en de samenhang van het Unierecht te beschermen en te versterken.
Bron: www.curia.europa.eu