De rechtbank Den Haag heeft op 8 maart 2023 geoordeeld dat de gemeente Den Haag onvoldoende onderzoek heeft verricht in twee zaken waarin een ouder met kinderen zich bij het Daklozenloket meldde voor maatschappelijk opvang.

De gemeente Den Haag is ervan uitgegaan dat de ouders zich op eigen kracht kunnen handhaven in de samenleving en dus ook zelf voor woonruimte kunnen zorgen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het onderzoek dat de gemeente moet doen om dit te kunnen vaststellen, onvoldoende is geweest. De gemeente is door de rechtbank in de gelegenheid gesteld om dat onderzoek alsnog te doen. De rechtbank kan daarom nu ook nog niet beoordelen of de ouders zich in de maatschappij kunnen handhaven. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de gemeente onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de kinderen. Daarmee heeft de gemeente artikel 3 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) geschonden. Daar komt in de zaak van de moeder met haar twee kinderen nog bij dat de door de besluitvorming van de gemeente mogelijk gemaakte situatie van gescheiden wonen naar het oordeel van de rechtbank in strijd is met het recht op eerbiediging van het gezinsleven (beschermd door artikel 8 van het EVRM en artikel 9 van het IVRK). De rechtbank acht van belang dat in het nog door de gemeente uit te voeren onderzoek alle belangen van de kinderen worden betrokken. In dat onderzoek zal ook ruimte moeten zijn voor de mening van de kinderen zelf (volgens artikel 12 van het IVRK). De rechtbank geeft de gemeente hierbij in overweging om het nog uit te voeren onderzoek uit te voeren aan de hand van het door de Kinderombudsman daarvoor ontwikkelde Stappenplan ‘Beste besluit voor het kind’.

ECLI:NL:RBDHA:2023:3132

ECLI:NL:RBDHA:2023:3130

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws