Stichting Femmes for Freedom, die opkomt voor de rechten van biculturele vrouwen en meisjes, is teleurgesteld dat de Raad van State op 4 december 2024 de gemeente Den Haag in het gelijk stelde in haar weigering handhavend op te treden jegens de As Soennah-moskee in Den Haag wegens het aldaar aanbevelen van vrouwelijke genitale verminking.
Volgens Femmes for Freedom wordt de vrijheid van godsdienst daarmee zwaarder gewogen dan het recht van meisjes en vrouwen om niet genitaal verminkt te worden. De Afdeling heeft uitsluitend getoetst aan art. 6 Grondwet, dat de vrijheid van godsdienst waarborgt, maar geen toetsing uitgevoerd aan internationale mensenrechtenverdragen, zoals het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW), hoewel dit door Femmes for Freedom wel was aangevoerd. Ook is er geen rekening gehouden met art. 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op leven beschermt.
Nu de Raad van State heeft geconcludeerd dat het bestaande juridische kader onvoldoende mogelijkheden biedt om handhavend op te treden tegen het aanbevelen van genitale verminking, zoals dit soms gebeurt door moskeeën en mannen die zichzelf als religieuze leiders beschouwen, roept Femmes for Freedom de politiek op om wetgeving in te voeren die deze lacune vult en het mogelijk maakt om effectief en proactief op te treden tegen dergelijke aanbevelingen.
De Afdeling merkte ten overvloede nog wel op dat voor zover aan de moskee toe te rekenen onrechtmatige uitlatingen zijn gedaan, de stichting zich kan wenden tot de burgerlijke rechter.
Bron: www.femmesforfreedom.com