De Europese Commissie is op 16 mei 2024 een procedure gestart om te beoordelen of Meta, de aanbieder van Facebook en Instagram, mogelijk inbreuk heeft gemaakt op de Wet inzake digitale diensten die voorschrijft dat internetbedrijven minderjarigen moeten beschermen.
Volgens de Commissie kunnen de systemen van zowel Facebook als Instagram, met inbegrip van hun algoritmen, gedragsverslavingen bij kinderen stimuleren en een konijnenhol-effect veroorzaken. Het konijnenhol-effect verwijst naar de versterkende werking van algoritmen, die gebruikers steeds meer van hetzelfde voorschotelen en zo steeds dieper samenzweringstheorieën in kunnen trekken. Daarnaast kijkt de Commissie ook naar de door Meta ingevoerde methoden voor leeftijdszekerheid en verificatie.
Verplichtingen Meta
De ingezette procedure is onder meer gebaseerd op een voorlopige analyse van het risicobeoordelingsverslag dat Meta in september 2023 heeft toegezonden en de antwoorden van Meta op verzoeken van de Commissie om informatie over de bescherming van minderjarigen en heeft betrekking op het volgende:
- De naleving door Meta van de verplichtingen uit hoofde van de Wet inzake digitale diensten inzake de beoordeling en beperking van risico's als gevolg van het ontwerp van de online-interfaces van Facebook en Instagram, die de onervarenheid van minderjarigen kunnen uitbuiten en verslavend gedrag kunnen veroorzaken of het konijnhol-effect kunnen versterken. Een dergelijke beoordeling is nodig om potentiële risico's voor de uitoefening van het grondrecht op het lichamelijk en geestelijk welzijn van kinderen en voor de eerbiediging van hun rechten tegen te gaan.
- De naleving door Meta van de vereisten van de digitaledienstenverordening met betrekking tot de risicobeperkende maatregelen om de toegang van minderjarigen tot ongepaste inhoud te voorkomen, met name door Meta gebruikte leeftijdsverificatie-instrumenten, die mogelijk niet redelijk, evenredig en doeltreffend zijn.
- De naleving door Meta van de verplichtingen uit hoofde van de wet inzake digitale diensten om passende en evenredige maatregelen te treffen om een hoog niveau van privacy, veiligheid en beveiliging voor minderjarigen te waarborgen, met name met betrekking tot standaardprivacyinstellingen voor minderjarigen als onderdeel van het ontwerp en de werking van hun aanbevelingssystemen.
- Indien deze tekortkomingen worden bewezen, vormen zij inbreuken op de art. 28, 34 en 35 van de digitaledienstenverordening.
Bron: www.ec.europa.eu