De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 1 september 2023 in een voorlopige uitspraak bepaald dat een gevluchte derdelander uit Oekraïne recht houdt op opvang in Nederland. De derdelander, vluchteling uit Oekraïne zonder Oekraïense nationaliteit, mag in Nederland blijven tot de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de zaak of het kabinet de tijdelijke bescherming van derdelanders mag opheffen.
Bij besluit van 3 juli 2023 heeft de Staatssecretaris van JenV bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt van derdelanders uit Oekraïne op grond van Richtlijn 2001/55/EG (Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB)). Bij uitspraak van 9 augustus 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard (ECLI:NL:RBDHA:2023:11897). De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij zal worden behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit, op hem van toepassing blijft. De voorzieningenrechter willigt dat verzoek in. De afgelopen maand hebben bestuursrechters in verschillende zittingsplaatsen van de rechtbank Den Haag hun oordeel gegeven over de vraag of de tijdelijke bescherming aan derdelanders die uit Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht, mag worden beëindigd op 4 september 2023. Zij komen tot uiteenlopende uitkomsten, met verschillende juridische argumentaties. In het kader van deze procedure kan niet zonder nader onderzoek worden geoordeeld wat de juiste uitkomst is. De man behoudt de tijdelijke bescherming totdat de Afdeling definitief uitspraak heeft gedaan op het hoger beroep.
Standpunt regering
In een brief aan de burgemeesters van 2 september 2023 schrijft de staatssecretaris dat het kabinet nog steeds op het standpunt staat dat de beëindiging van het verblijf van derdelanders onder de RTB juridisch juist is. De Afdeling heeft echter aangegeven dat het definitieve oordeel in het hoger beroep over de beëindiging van de bescherming van deze groep derdelanders niet eerder dan november 2023 wordt verwacht. Dat maakt dat er geen juridische duidelijkheid komt over de beëindiging van de RTB voor deze groep derdelanders voor 4 september, maar evenmin voor het verstrijken van de vertrektermijn van 28 dagen waarbinnen de gemeenten coulance kunnen betrachten bij het beëindigen van de opvang. Ook om de gang van zaken voor gemeenten en uitvoerende partijen zo duidelijk mogelijk te houden, heeft de staatssecretaris besloten om voor de gehele groep derdelanders de beëindiging van de tijdelijke bescherming onder de RTB te bevriezen tot de uitspraak in het hoger beroep door de Afdeling is gedaan.
Bron: www.raadvanstate.nl