De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in drie uitspraken op 12 juni 2024 geoordeeld dat gemeenten hun verordening op het gebied van de Jeugdwet moeten aanpassen. De CRvB oordeelt in de drie uitspraken dat uit de gemeentelijke verordening onvoldoende duidelijk wordt hoe de toegangsbeoordeling bij aanvragen voor jeugdhulp moet plaatsvinden.

De CRvB kreeg drie zaken voorgelegd van de gemeenten Hollands Kroon, Groningen, Vlissingen waarbij in elke zaak dezelfde vraag voorlag: een jongere had jeugdhulp aangevraagd bij diens gemeente, die de aanvraag afwees, of weigerde om meer uren toe te kennen. Dit omdat de ouders van de jongere zelf het probleem zouden kunnen oplossen, aldus de gemeente. De ouders waren het hier niet mee eens. Zij stelden dat de hulp die zij gaven bovengebruikelijk was.

Uitspraak CRvB

Het is in de Jeugdwet zo bepaald, dat gemeenten in hun verordening moeten regelen wat onder 'eigen mogelijkheden' en 'probleemoplossend vermogen' wordt verstaan. Om op die manier duidelijkheid te geven over de toekenning en beoordeling van een aanvraag om jeugdhulp. Maar de drie gemeenten hadden dit niet geregeld in de verordening. De gemeenten moeten deze begrippen alsnog uitwerken in hun verordening. Om op die manier voldoende rechtszekerheid te geven aan jongeren en hun ouders. Hollands Kroon, maar ook andere gemeenten, hebben als werkwijze dat de organisatie die het advies geeft over het al dan niet toekennen van jeugdhulp, ook de organisatie is die de jeugdhulp uitvoert en soms ook de besluiten neemt. De CRvB oordeelt dat deze vermenging van bevoegdheden een onvoldoende waarborg geeft voor een zorgvuldige besluitvorming. Deze gemeente, maar ook andere gemeenten die dezelfde werkwijze hebben, zullen dit moeten veranderen.

ECLI:NL:CRVB:2024:1095 (Vlissingen)

ECLI:NL:CRVB:2024:1096 (Hollands Kroon)

ECLI:NL:CRVB:2024:1097 (Groningen)

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws