Op 8 mei 2019 verzocht de Hongaarse raad voor de rechtspraak (OBT) het Parlement om Tunde Hando, president van de het National Judicial Office (OBH), te ontslaan, omdat zij ‘fails to perform her duties’ en omdat zij ‘unworthy’ is haar functie nog te vervullen. 

In het Hongaarse systeem is de OBH de bestuurder van de rechtspraak. Zij gaat over geld, gebouwen, benoemingen, overplaatsingen etc. De president van de OBH is benoemd door het Hongaarse Parlement. De OBT is de toezichthouder op de OBH. Zij bestaat uit 15 leden waarvan er 13 gekozen zijn door rechters. Aan het verzoek ging een lange voorgeschiedenis vooraf.

Te kort weergegeven komt deze geschiedenis op het volgende neer.

  1. In januari 2018 werden nieuwe leden van de OBT gekozen door rechters. Deze nieuwe leden – in tegenstelling tot hun voorgangers – zijn kritisch naar de OBH.
  2. De OBT gelastte onderzoeken naar de praktijk van de OBH van benoemingen van presidenten en vicepresidenten. Dit omdat de president van de OBH vaak een benoemingsprocedure ongeldig verklaarde, om vervolgens een interim president te benoemen voor een of twee jaar. Aldus slaagt zij erin de door haar gewenste kandidaten te benoemen met omzeiling van de waarborgen van de wettelijke benoemingsprocedures, waaronder inspraak van de OBT.
  3. Nadat in april 2018 het rapport over de praktijk van benoemingen uitgekomen was, zette de president van de OBH met succes 5 van de 15 leden van de OBT onder druk om op te stappen.
  4. Kort daarna verhinderde de president OBH de opvulling van de vijf vrijgekomen zetels in de OBT, en verklaarde dat de OBT nu illegaal was geworden, omdat er slechts tien leden over waren. De president van de Hoge Raad in Hongarije, Peter Darak, liet publiekelijk weten dat deze opvatting onjuist is. 
  5. Van dat moment af aan erkent de OBH de OBT niet meer als haar toezichthouder. Dit betekent dat de OBH geen enkele informatie geeft aan de OBT over welk onderwerp dan ook, haar geen budget of andere faciliteiten geeft, niet meewerkt aan publicatie op internet van de opvattingen van de OBT, de leden van de OBT dreigt met disciplinaire maatregelen, en geen acht slaat op de aanbevelingen en besluiten van de OBT.

Na diverse waarschuwingen van de OBT aan het adres van de president van de OBH heeft de OBT nu de stap gezet om naar het Hongaarse Parlement te gaan. Dit kan de president van de OBH ontslaan.

Of het daar van komt is zeer onzeker, omdat Tunde Hando een persoonlijke vriendin is van de premier van Hongarije, Orban, en Orban een grote meerderheid in het Hongaarse Parlement heeft.
Noch de president van de OBH, noch de minister van Justitie heeft publiekelijk gereageerd op het verzoek van de OBT. Ingewijden vrezen voor spoedwetgeving waarin de OBT opgeheven zal worden.

De leden van de OBT zijn van deze situatie zeer goed op de hoogte, en zij beseffen dat hun actie negatieve gevolgen zal kunnen hebben voor hen persoonlijk, maar zij vinden dat hun verzoek noodzakelijk is, om nog iets te redden van de rechtsstatelijkheid van het bestuur van de Hongaarse rechtspraak.

European Association of judges

Het Europese netwerk voor Raden van de rechtspraak steunt de Hongaarse collega’s en is in nauw contact met hen om de situatie te monitoren. Op 3 mei 2019 bracht een delegatie van de EAJ een rapport uit over de situatie in Hongarije. De belangrijkste conclusie van de delegatie luidt als volgt:
‘Since May 2018 the Hungarian Judiciary is facing a very grievous situation which in some aspects comes close to a “constitutional crisis” due to the activity of the President of the OBH who denies any collaboration with the National Judicial Council (OBT). Thus the two bodies of judicial self-government, the National Office of the Judiciary (OBH) and the National Judicial Council (OBT) cannot work together any longer which leads to a blockade, and thus to the impossibility of the OBT to perceive its supervisory tasks.’

Laatste nieuws