Verschillen tussen de bestuursrechtelijke en de privaatrechtelijke bepalingen over collectieve acties maken het convergeren tussen privaatrecht en bestuursrecht moeilijker en het recht minder inzichtelijk en flexibel. Zij veroorzaken bovendien afstemmingsproblemen en kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat bestuursrechtelijke geschillen niet door de bestuursrechter maar door de burgerlijke rechter worden beslist. Dat blijkt uit een onderzoek dat in opdracht van het WODC is verricht op verzoek van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De aanleiding van het onderzoek is de toenemende vervlechting van privaat- en bestuursrecht in de nationale rechtsorde. Gevolgen hiervan zijn bijvoorbeeld:

  • vervagende grenzen;
  • meer ruimte voor keuze van verschillende instrumentaria met onhelderheid in de argumentatie ter zake;
  • afstemmingsproblemen (zowel materieel als op het gebied van rechtsmachtverdeling);
  • complexiteit van regelgeving en rechtsmachtverdeling;
  • het ontstaan van kennislacunes bij juristen.

Aan de hand van een actueel vraagstuk (‘collectieve’ acties) is in kaart gebracht wat de overeenkomsten en verschillen in vormgeving in privaatrecht en bestuursrecht zijn, waar sprake is van afstemmingsproblemen en wat kan gelden als de (basis voor) beargumenteerde keuzes met als uitgangspunt de bevordering van consistentie, harmonie, rechtseenheid en/of vereenvoudiging. Dit onderzoek sluit aan bij het wetsvoorstel modernisering rechtspraak.


Interne rechtsvergelijking

De in dit onderzoek uitgevoerde interne rechtsvergelijking tussen artikel 3:305a BW en artikel 1:2 lid 3 Awb laat zien dat beide bepalingen weliswaar erg op elkaar lijken, maar op een aantal punten toch verschillen vertonen, althans niet identiek zijn. Het meest fundamentele onderscheid blijkt te schuilen in het feit dat in het bestuursrecht de – onderscheiden – algemene en collectieve belangen zijn geduid als ‘eigen’ (‘hun’) belangen van de betrokken rechtspersonen, terwijl in het privaatrecht is gekozen voor de bescherming van de gelijksoortige belangen van andere personen zonder onderscheid tussen algemene en collectieve belangen.
De gesignaleerde verschillen tussen genoemde bepalingen blijken het convergeren tussen privaatrecht en bestuursrecht daadwerkelijk te bemoeilijken en het recht minder inzichtelijk en flexibel te maken. Zij veroorzaken afstemmingsproblemen en kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat bestuursrechtelijke geschillen niet door de bestuursrechter maar door de burgerlijke rechter worden beslist.


Uniformering

Denkend vanuit de verschillende rechtsgebieden en met het oogmerk ‘het beste’ van beide te behouden, is in dit onderzoek gestreefd naar uniformering van de betrokken bepalingen, in zoverre relevante verschillen tussen privaatrecht en bestuursrecht deze niet in de weg staan. Dit onderzoek bevat een voorstel voor een (goeddeels) uniforme regeling. Op punten waar afstemmingsproblemen tussen bestuursrecht en privaatrecht bestaan, zijn oplossingen gepresenteerd, ook relevant uit oogpunt van rechtsmachtverdeling. De voorgestelde regeling past bij in dit onderzoek gesignaleerde en geanalyseerde actuele (nationale) ontwikkelingen in maatschappij/wetgeving en zal de mogelijkheid tot afstemming op Europese initiatieven met horizontale aanpak zonder onderscheid tussen privaatrecht en bestuursrecht, kunnen vergemakkelijken.
Voor invoering van een regeling als voorgesteld is wetgeving nodig. Wat betreft het recht schadevergoeding collectief te verhalen wordt aangeraden het bestuursrecht direct bij de gedachtebepaling over het onlangs in consultatie gegeven, (alleen) voor het privaatrecht geconcipieerde voorontwerp van wet te betrekken.


Startschot

Dit onderzoek kan worden beschouwd als een ‘startschot’ voor interne rechtsvergelijking. Er zijn ook andere onderwerpen die aandacht vragen vanwege discongruenties tussen bestuursrecht en privaatrecht, zoals feitelijke uitlatingen van overheidswege in het licht van het vertrouwensbeginsel en overheidscontracten. Deze zullen op vergelijkbare wijze in onderzoek kunnen worden genomen.
Onverminderd het onderkende belang van opheffing van nodeloze verschillen tussen privaatrecht en bestuursrecht, komt in dit onderzoek (de gehouden interviews) naar voren dat aan het behoud van als specifiek ervaren kenmerken van bestuursrecht en privaatrecht waarde wordt toegekend.

Bron: www.wodc.nl

Laatste nieuws