De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 21 augustus 2024 geoordeeld dat dat de boetetabel voor vakantieverhuur in de Huisvestingsverordening Amsterdam in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De tabel differentieert onvoldoende, aangezien een particulier die voor de eerste keer een regel of voorwaarde overtreedt, direct de hoogste boete krijgt opgelegd.
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam legde een huurster van een woning een boete van € 11.600 op, omdat zij de woning had verhuurd aan meer dan het maximaal aantal toeristen waaraan verhuurd mag worden. De rechtbank van Amsterdam verlaagde deze vervolgens tot € 8.700, omdat naar haar oordeel het bedrag te hoog was in verhouding met de beperkte ernst van de overtreding. De huurster had de voorwaarde dat de woning voor vakantieverhuur maximaal aan vier personen mag worden verhuurd. Maar de overschrijding was maar met één persoon en er waren geen klachten binnengekomen van omwonenden, aldus de rechtbank. De huurster stelt hoger beroep in tegen de hoogte van de boete, waarbij zij de verordening strijdig acht met de Huisvestingswet 2014, het evenredigheidsbeginsel en Unierecht.
Uitspraak Raad van State
Door in het boeteregime voor toeristische verhuur alleen te differentiëren naar type overtreding en niet bijvoorbeeld ook een onderscheid te maken tussen woningonttrekking met en zonder een bedrijfsmatig karakter, of differentiatie in de omvang van de specifieke overtreding of bij recidive, heeft de gemeenteraad naar het oordeel van de Afdeling onvoldoende gedifferentieerd. Dit klemt te meer omdat het algemene niveau van de boetes in Amsterdam hoog is. Het gevolg hiervan is dat burgers die soms onbewust of per ongeluk of slechts een enkele maal een regel overtreden, steeds direct geconfronteerd worden met een hoge boete, die hen in ernstige financiële problemen kan brengen, terwijl de ernst en omvang van de overtreding die hoge boete niet steeds rechtvaardigt. De gemeenteraad van Amsterdam moet een nieuw boeteregime vaststellen dat recht doet aan het evenredigheidsbeginsel. Daarvoor zal de gemeenteraad dus verdergaand moeten differentiëren dan nu het geval is. De Afdeling oordeelt dat de huurster in deze zaak een van de voorwaarden voor vakantieverhuur heeft overtreden en legt de huurster een boete op van € 2.900, wat 25% van het boetebedrag is uit de boetetabel.
Bron: www.raadvanstate.nl