Verdachten van strafbare feiten die zijn aangehouden of door de politie of een andere opsporingsinstantie worden uitgenodigd om te worden verhoord, hebben recht op bijstand van een advocaat tijdens het (politie)verhoor. Tenzij de verdachte expliciet afstand doet van dit recht of wanneer er een dringende noodzaak is om met het verhoor te beginnen, is er bij het verhoor dus een advocaat aanwezig. Vanaf 1 maart 2016 moet de verdachte, voor de start van het verhoor, door de opsporingsambtenaar actief worden gewezen op dit recht.


Politie, NOvA, Raad voor de rechtsbijstand, Openbaar Ministerie, bijzondere opsporingsdiensten en KMar hebben in de afgelopen periode maatregelen genomen om bijstand van een advocaat tijdens het politieverhoor mogelijk te maken. Dit recht is onderdeel van het aanhangige wetsvoorstel ‘Implementatie van Richtlijn 2013/48/EU inzake het recht op toegang tot een raadsman in strafprocedures’ (
Kamerstukken 34 157). Vooruitlopend daarop moet een verdachte, als gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad van 22 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3608, per 1 maart al een beroep kunnen doen op het recht op verhoorbijstand. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft in samenwerking met de betrokken partijen brochures gemaakt om burgers en professionals te informeren over de regels die op 1 maart 2016 ingaan.
 

Beleidsbrief PG’s

Het College van procureurs-generaal heeft een beleidsbrief opgesteld, met een instructie voor de verschillende opsporingsdiensten (politie, KMar en BOD’ en) hoe per 1 maart uitvoering te geven aan het recht op verhoorbijstand. Deze brief is gebaseerd op het arrest van de Hoge Raad en op het wetsvoorstel en het daarbij behorende ontwerpbesluit inrichting en orde
politieverhoor. In de beleidsbrief is ook aangegeven hoe deze zich verhoudt tot de geldende Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor (2010A007).

De belangrijkste wijzigingen/maatregelen die in de beleidsbrief worden geregeld zijn:
• De opsporingsinstantie moet de verdachte in ieder geval voorafgaand aan het eerste verhoor en - waar van toepassing - voor de inverzekeringstelling actief wijzen op zijn recht op verhoorbijstand;
• Als de verdachte te kennen heeft gegeven dat hij verhoorbijstand wenst, moet de opsporingsinstantie ervoor zorgen dat dit recht wordt
geëffectueerd;
• Het verhoor kan alleen zonder raadsman aanvangen indien de verdachte expliciet afstand heeft gedaan van zijn recht op verhoorbijstand of
wanneer sprake is van een dringende noodzaak om met het verhoor te
starten.

Conform het uitgangspunt dat voor de regeling van het recht op verhoorbijstand wordt aangesloten bij de regeling zoals opgenomen in het wetsvoorstel, worden naast aangehouden verdachten per 1 maart a.s. ook voor verhoor uitgenodigde verdachten gewezen op hun recht op verhoorbijstand.
 

Raad voor Rechtsbijstand

De Raad voor Rechtsbijstand heeft vooruitlopend op aanpassing van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr) een beleidsregel opgesteld, waarin de grondslag voor vergoeding aan advocaten voor verleende verhoorbijstand in de piketfase is opgenomen. De (forfaitaire) vergoeding voor advocaten die verhoorbijstand verlenen in piketzaken bedraagt per 1 maart a.s. 1,5 punt voor lichte zaken (misdrijven waarvoor inverzekeringstelling mogelijk is) en 3 punten voor zware zaken (12- jaarsfeiten, dodelijk slachtoffer/zwaar lichamelijk letsel en zware zedenzaken). Deze vergoedingsregeling geldt zowel voor verhoren van meerderjarige- als van minderjarige verdachten.
De vergoeding is daarmee 50% hoger dan de huidige vergoeding voor
verhoorbijstand bij minderjarigen en daarmee ook 50% hoger dan waarmee rekening werd gehouden op het moment van indienen van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer.
 

Praktijk vanaf 1 maart

Vanaf 1 maart 2016 zullen de bij verhoorbijstand betrokken partijen (opsporingsinstanties, advocatuur, Openbaar Ministerie, Raad voor Rechtsbijstand) op basis van de genoemde beleidsregels het recht op verhoorbijstand feitelijk vorm gaan geven. Doel moet zijn een praktijk te
ontwikkelen die recht doet aan evidente belangen van zowel waarheidsvinding als van een eerlijk proces.

Deze praktijk zal gemonitord worden, met als doel verbeteringen aan te brengen op grond van praktijkervaringen. Ook zal de duur van de verhoren gemonitord worden. Doel daarvan is meer feitenmateriaal voorhanden te hebben om uitspraken te kunnen doen over de gemiddelde duur van de verhoren in de eerste fase van het voorbereidend onderzoek. Dat is een belangrijke indicator om te bezien of de vergoeding voor verhoorbijstand bijstelling behoeft. De Raad voor Rechtsbijstand zal bezien of voldoende advocaten beschikbaar zijn, zodat het recht op verhoorbijstand ook geëffectueerd kan worden.

De politie heeft inmiddels maatregelen genomen om het recht op verhoorbijstand per 1 maart te kunnen organiseren. Zo zijn de regels uit de beleidsbrief van het College verder uitgewerkt in werkinstructies die binnenkort zullen worden gecommuniceerd aan alle betrokken politiemedewerkers.

De beleidsbrief van het Openbaar Ministerie en de beleidsregel van de Raad voor Rechtsbijstand worden gepubliceerd in de Staatscourant en zijn als bijlage bij een brief aan de Tweede Kamer gevoegd, te vinden via www.tweedekamer.nl, zoek op: Toepassing recht op verhoorbijstand. De beleidsregels omvatten de normen die tijdens het verhoor door de verhorende ambtenaar en de raadsman in acht moet worden genomen én voor het verstrekken van gefinancierde rechtsbijstand.

Laatste nieuws