Anti-dwangarbeidverordening

De anti-dwangarbeidverordening verbiedt de verkoop van producten in de EU die met behulp van dwangarbeid zijn vervaardigd. Op grond van de verordening is het verboden deze producten in de handel te brengen, aan te bieden of uit te voeren. De verordening is op 12 december 2024 in het EU-Publicatieblad verschenen, en treedt op 13 december 2024 in werking. Een aantal bepalingen van de verordening zijn vanaf 13 december 2024 van toepassing, maar het merendeel van de bepalingen zal vanaf 14 december 2027 van toepassing zijn. De Europese Commissie zet een databank op met gebieden en producten met een risico op dwangarbeid, die de bevoegde autoriteiten moet helpen bij de beoordeling van mogelijke schendingen van deze verordening. Op basis van zo'n beoordeling kunnen de Commissie (bij dwangarbeid buiten de EU) of de autoriteiten van de lidstaten (bij dwangarbeid op eigen grondgebied) onderzoek instellen. De autoriteiten van de lidstaten moeten andere lidstaten inlichten als zij vermoeden dat de verordening geschonden wordt in andere delen van de Europese Unie, of informatie delen met de Commissie als zij vermoeden dat dwangarbeid wordt gebruikt in een niet-EU-land. Het definitieve besluit (d.w.z. om een met dwangarbeid vervaardigd product te verbieden, uit de handel te nemen en te verwijderen) wordt genomen door de autoriteit die aan het hoofd stond van het onderzoek. Het besluit van één nationale autoriteit is dankzij wederzijdse erkenning ook van toepassing in alle andere lidstaten.

Verordening (EU) 2024/3015 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2024 inzake een verbod op met dwangarbeid vervaardigde producten op de markt van de Unie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 (Voor de EER relevante tekst)

ESG-ratingverordening

Doel van de verordening inzake ratingactiviteiten op ecologisch, sociaal en governancegebied (ESG) is ratingactiviteiten in de EU consistenter, transparanter en vergelijkbaarder te maken en zo het vertrouwen van beleggers in duurzame financiële producten te vergroten. De verordening is op 12 december 2024 in het EU-Publicatieblad verschenen, en treedt op 1 januari 2025 in werking. De verordening is met ingang van 2 juli 2026 van toepassing. ESG-ratings geven een indicatie van het duurzaamheids­profiel van ondernemingen of financiële instrumenten: ze beoordelen hun impact op de samenleving en het milieu en hun blootstelling aan duurzaamheids­risico's. ESG-ratings hebben steeds meer invloed op de werking van kapitaalmarkten en op het vertrouwen van beleggers in duurzame producten. De nieuwe regels moeten de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van ESG-ratings verbeteren, door de transparantie en integriteit van de activiteiten van ratingaanbieders te vergroten en belangen­conflicten te voorkomen. In de Unie gevestigde ESG-ratingaanbieders staan voortaan onder toezicht van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA), die hun de nodige vergunning verleent. Ook moeten ze ­voldoen aan transparantievoorschriften, met name wat hun methodes en informatiebronnen betreft. Buiten de EU gevestigde ESG-ratingaanbieders die in de EU actief willen zijn, moeten hun ESG-ratings laten goedkeuren door een ESG-ratingaanbieder met een EU-vergunning, erkend zijn op basis van een kwantitatief criterium, of opgenomen zijn in het EU-register van ESG-ratingaanbieders op basis van een gelijkwaardigheids­besluit. De verordening voorziet in het beginsel van scheiding tussen bedrijfsactiviteiten en andere activiteiten om belangenconflicten te voorkomen.

Verordening (EU) 2024/3005 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2024 betreffende de transparantie en integriteit van op ecologische, sociale en governancefactoren (ESG) gebaseerde ratingactiviteiten, en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2019/2088 en (EU) 2023/2859 (Voor de EER relevante tekst)

Bronnen: www.ecer.minbuza.nl/anti-dwangarbeidverordening en www.ecer.minbuza.nl/ratingverordening