Veel beleid van de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV) wordt uitgevoerd door eigenstandige en/of onafhankelijke organisaties, zoals de Nationale politie, de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Justitiële Inrichtingen. De Inspectie Justitie en Veiligheid houdt toezicht op de taakuitvoering door deze uitvoeringsorganisaties, doet daar onderzoek en schrijft rapporten met aanbevelingen aan de minister en uitvoeringsorganisaties. De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de effectiviteit van rapporten van de Inspectie van Justitie en Veiligheid. De vraagstelling vooraf was of de minister en uitvoeringsorganisaties wat doen met de rapporten van de Inspectie.

Voor het onderzoek selecteerde de Algemene Rekenkamer drie rapporten die verschillende kanten van het justitiële werk belichten. De rapporten gingen over het gevangeniswezen (Uit Balans, 2018), de stichting Halt, die zich inzet om jeugdcriminaliteit te voorkomen en te bestraffen (2017) en wapenvergunningverlening (Op weg naar balans, 2016). Om goed in kaart te kunnen brengen wat in de loop der tijd het effect is geweest op de uitvoering, viel de keus op wat oudere inspectierapporten.

De Algemene Rekenkamer komt in het onderzoek Kijk op inspectierapporten tot de slotsom dat zowel de minister van JenV als de organisaties die justitiële taken uitvoeren meer zouden moeten doen met de rapporten van de inspectie. De Algemene Rekenkamer laat in haar rapport allereerst zien dat problemen die de inspectie in haar onderzoek benoemde vaak al bekend waren op het ministerie. Veel van deze problemen spelen nog tot op de dag van vandaag; aanbevelingen zijn vaak niet of beperkt opgepakt. Als problemen wel zijn opgelost, was dit vaak al in gang gezet voordat het inspectierapport verscheen. In de ogen van de uitvoeringsorganisaties helpen de inspectierapporten wel om problemen te onderkennen en te onderbouwen dat er meer geld nodig is om ze aan te pakken.

Wapenvergunning

Waarom de aanbevelingen van de inspectie niet of slechts beperkt worden opgevolgd is niet altijd duidelijk. Een mogelijke oorzaak is dat de inspectie de sturing en financiering van uitvoeringsorganisaties niet meeneemt in haar onderzoeken. Dit speelt bijvoorbeeld bij de uitgifte van wapenvergunningen aan burgers door de politie. De inspectie constateert in 2016 een tekort aan personeel. In de jaren die daarop volgen trekt ook de korpschef diverse keren aan de bel, omdat er te weinig geld is om personeelstekorten aan te pakken. Een oplossing is er nog altijd niet, omdat het ministerie meent dat het systeem kostendekkend moet kunnen zijn.

Effectiviteit Halt-straf

In het rapport over Halt raadt de Inspectie van JenV de minister aan om onderzoek te doen naar de vraag voor welk type delicten de Halt-straf effectief is. De minister heeft aan deze aanbeveling geen gehoor gegeven. In Kijk op inspectierapporten doet de Algemene Rekenkamer dit wel door de toename van de recidive voor verschillende delictsoorten, voor en na Halt, te vergelijken. Daaruit blijkt dat de Halt-straf het minst effectief is voor jongeren die verdacht worden van een gewelds-, vermogens- of ander misdrijf. Voor jongeren die verdacht worden van een overtreding, rommelen met vuurwerk of ontduiking van de leerplicht helpt Halt duidelijk beter. De Algemene Rekenkamer concludeert daaruit dat de minister ook tot dit inzicht had kunnen komen, als hij de aanbeveling van de Inspectie JenV wel had opgevolgd. Dan had hij maatregelen kunnen nemen die de maatschappelijke impact van de Halt-straf vergroten.

 

Laatste nieuws