De Afdeling advisering van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft op 25 september 2024 een advies gepubliceerd over de vraag of er voldoende aandacht is voor de veiligheid van kinderen in complexe (ex-)partnerrelaties bij gezag- en omgangszaken. In de praktijk blijkt dat aan de ene kant gesteld wordt dat er onvoldoende aandacht is voor onveiligheid in de context van complexe (ex-) partnerrelaties, terwijl aan de andere kant veel aandacht is voor eventuele schade bij kinderen als er geen contact is tussen het kind en een van de ouders.

Door de in dit advies geschetste knelpunten blijkt het in veel situaties onmogelijk om met zekerheid vast te stellen of er sprake is van dermate grote kind-onveiligheid dat omgang met één van beide ouders ontraden moet worden. De rechter heeft de ingewikkelde taak om een balans te zoeken tussen het waarborgen van de veiligheid van het kind en het recht op omgang met beide ouders. Dit is echter alleen mogelijk als de processtukken objectieve informatie bevatten over de eventuele aanwezigheid van geweld in het gezin. Bij de ketenpartners bestaat zeker aandacht voor de onveiligheid van kinderen in dergelijke situaties en de aandacht hiervoor is de afgelopen jaren toegenomen, maar deze aandacht is niet altijd voldoende om kind-onveiligheid te signaleren of te voorkomen. Zo ontbreekt soms het bewustzijn dat (ex-)partnergeweld, zeker wanneer kinderen hiervan getuige zijn, ook een vorm van kindermishandeling is.

Ongelijke machtsverhoudingen (ex-)partners

Door de toegenomen aandacht voor onder andere intieme terreur, is er ook meer aandacht gekomen voor de ongelijke machtsverhoudingen tussen (ex-)partners, het mogelijk voortduren van geweld tijdens en na een scheiding en de positie van kinderen tijdens en na de scheiding. Zo is bij gezag- en omgangszaken die voor de rechter komen een verschuiving te zien weg van het beeld dat ouders altijd gelijke partijen zijn bij en een gelijk aandeel hebben in conflicten en samen vanuit hun verantwoordelijkheid als ouders tot een oplossing moeten komen. Het blijkt echter dat de rechter bij een zitting niet altijd over alle informatie beschikt die nodig is om tot een goede inschatting over eventuele kind-onveiligheid te komen.

Knelpunten

De RSJ identificeert de volgende knelpunten:

  • Regie ontbreekt in het stoppen of voorkomen van onveiligheid van kinderen. Informatie verzameld door verschillende organisaties in de keten, wordt niet tijdig op cruciale punten bij elkaar gebracht, waardoor organisaties langs elkaar heen werken en tegenstrijdige beslissingen kunnen nemen.
  • In de praktijk bestaat onduidelijkheid over wie onveiligheid van kinderen moet signaleren, op welk moment en wie vervolgens zorgt dat de informatie op de juiste plek terecht komt.
  • Er bestaat onduidelijkheid over welke informatie met wie gedeeld mag worden om onveiligheid van kinderen te verminderen en te stoppen.
  • De verschillende organisaties maken gebruik van verschillende screeninginstrumenten, met verschillende doelen (o.a. het screenen op huiselijk geweld, stalking, kind-onveiligheid, etc.).
  • Door het bestaan van wachtlijsten vinden screening en eventuele diagnostiek vaak niet op tijd plaats en kan een onveilige situatie voor kinderen onnodig lang blijven voortbestaan.
  • Er lijkt onvoldoende kennis te bestaan over de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling en de stappen die professionals kunnen en moeten zetten wanneer zij vormen van geweld en kindermishandeling signaleren.
  • Het ontbreekt aan tijdige en passende hulpverlening aan kinderen en ouders die te maken hebben met geweld in afhankelijkheidsrelaties.

Aanbevelingen

De RSJ doet onder meer de volgende aanbevelingen:

  • Beleg een regierol bij één regievoerder (organisatie of persoon), die informatie kan opvragen en delen, om te komen tot de best passende beslissing om onveiligheid van een kind te stoppen. Geef deze regierol mede vorm in het kader van het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming en de aanpak Stop Femicide!
  • Stel samenwerkingsconvenanten op tussen organisaties in de verschillende juridische ketens, waarin het systematisch uitwisselen van informatie en kennis geregeld wordt. - Verbeter de informatie-uitwisseling tussen de juridische ketens en de daarin opererende organisaties.
  • Ontwikkel een uniform toetsingskader en een uniform screeningsinstrument, op basis van op de Nederlandse praktijk toepasbare wetenschappelijk gevalideerde instrumenten en kennis. Zorg ervoor dat dit instrument voldoende voorspellende waarde heeft voor kind-onveiligheid, door alle organisaties in de verschillende juridische ketens gebruikt wordt en dat kinderrechters ook toegang hebben tot de uitkomsten.
  • Screening en diagnostiek dienen vroeg in de keten ingezet te worden, bij voorkeur al door de lokale wijkteams. Het screeningsinstrument moet gebaseerd zijn op uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek en geëvalueerd worden tijdens het gebruik daarvan. De rode vlaggen voor escalatie van geweld of mogelijk fatale afloop moeten een gevalideerde plek krijgen in het screeningsinstrument.
  • Zorg ervoor dat de regievoerder verantwoordelijk is voor kennisbevordering en scholing van professionals, publiekscampagnes en onderzoek naar de screening en gevolgen van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Kennisbevordering heeft onder andere betrekking op de toepassing van het Verdrag van Istanbul, de toepassing van de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling, het herkennen van verschillende vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties en onveiligheid bij kinderen.
  • Ontwikkel op landelijk niveau een integraal, landelijk dekkend en tijdig beschikbaar hulpaanbod voor gezinnen die te maken hebben met geweld in afhankelijkheidsrelaties.
  • Zorg voor voldoende capaciteit en budget voor begeleide omgang tussen ouder en kind.

Advies Kind-onveiligheid in complexe (ex-)partnerrelaties

Bron: www.rsj.nl

Laatste nieuws