
Een schofferend arrest?
Deze bijdrage, deel 2 in de serie ‘100 jaar NJB’, reflecteert op een artikel uit 1988 van de hand van redacteur Van Maarseveen dat destijds veel stof deed opwaaien en evenzovele pennen in beweging bracht. In dat artikel werd de staf gebroken over de Hoge Raad naar aanleiding van een vrijspraak in een verkrachtingszaak. Hebben de publicatie van de kritiek van Van Maarseveen en daaropvolgende reacties in het NJB bijgedragen aan adequatere strafrechtelijke bescherming tegen verkrachting in daaropvolgende jaren?
Doorgesneden banden tussen moeder en kind
Over het doorsnijden van de juridische en fysieke band tussen ongehuwde moeders en hun kinderen in de periode 1956-1984
In de periode 1956-1984 moesten meer dan 13.000 ongehuwde moeders in Nederland hun kind afstaan, grotendeels als gevolg van maatschappelijke normen, juridische beperkingen en druk van instanties. Het juridische kader en de invoering van de Adoptiewet faciliteerden adopties zonder dat moeders goed geïnformeerd werden over hun rechten. Huisartsen, maatschappelijk werkers en psychiaters versterkten het stigma rond ongehuwd moederschap en zagen adoptie vaak als enige oplossing. Pas sinds 2014 is er meer aandacht voor deze problematiek en loopt er een juridische procedure tegen de staat voor onrechtmatig handelen.
Cable Wars
Rechtsmacht over verdachte schepen buiten de territoriale zee
Recente incidenten in de Noordelijke wateren van Europa waarbij onderzees kabels en leidingen vernield werden spelen zich af in een context van geopolitieke spanningen tussen lidstaten van de NAVO en Rusland. Staten die maatregelen willen nemen tegen verdachte schepen stuiten daarbij op verschillende juridische uitdagingen. Want het zeerechtelijke stelsel is er op gericht dat de vlaggenstaat zelf de verantwoordelijkheid neemt om maatregelen te nemen tegen een verdacht schip wanneer sprake is van kabel- of pijpleidingbreuk. Het is er niet op gericht dat andere staten die rol op zich nemen.
De metamorfose van een opzegging
Een onduidelijke en dubbelzinnige reactie van de werkgever op een onduidelijke opzegging van een Poolse werknemer wordt door de rechtbank gelezen als een opzegging door de werkgever. Dat de Hoge Raad een opzegging van de werkgever voor zowel de werkgever als de werknemer over dezelfde kam scheert, is misschien ‘logisch’, maar schiet tekort als het gaat om de bescherming van de werknemer.
Eerder verschenen

NJB 7 (2025)
19 februari 2025

NJB 6 (2025)
12 februari 2025

NJB 5 (2025)
5 februari 2025

NJB 4 (2025)
30 januari 2025

NJB 3 (2025)
23 januari 2025