Nederlands Juristenblad 7
19 februari 2025
2025/2
De Caribische oorsprong en betekenis van artikel 24 lid 2 Rv
Bij invoering van de Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht is aan artikel 24 Rv een tweede lid toegevoegd. Nadere bestudering leert dat deze bepaling sterk overeenkomt met artikel 118 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Antillen, een wetsbepaling die de rechter, net als het nieuwe lid 2, een bevoegdheid toekent waarmee hij het processuele debat kan beïnvloeden. Uit het concordantiebeginsel vloeit dan de verplichting voort om de verschillende bepalingen op gelijke wijze uit te leggen, waardoor Nederlandse rechters de bestaande Antilliaanse jurisprudentie inzake deze bepaling dienen te volgen.

[verder lezen in InView]

Ruimte voor moedige praktijken van rijksambtenaren
Rijksambtenaren die op de kerndepartementen werken aan beleid kunnen frictie ervaren tussen politieke wensen en het ambtelijke ethos. Enerzijds moeten zij de bewindspersonen bedienen. Anderzijds wordt van hen verwacht dat zij, waar nodig, tegenspraak geven. In de praktijk is voor dat laatste moed nodig. Deze begrippen, moed en praktijk, worden in dit essay uitgewerkt vanuit de deugdethiek. Daaruit ontstaan drie dimensies die tezamen een ruimte vormen voor moedige praktijken van rijksambtenaren, een ruimte waarin ze kunnen omgaan met deze frictie.

[verder lezen in InView]

Grensdetentie Schiphol
Voorlopige voorzieningen van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn in strijd met het recht op persoonlijke vrijheid
Nu het Europese recht niet toestaat dat detentie van asielzoekers plaatsvindt in een gevangenisomgeving, oordeelde de rechtbank dat de vrijheidsontneming van asielzoekers in het cellencomplex Schiphol onrechtmatig is en beval de opheffing ervan. Als een rechter oordeelt dat vrijheidsontneming onrechtmatig is, moet het individu onmiddellijk in vrijheid worden gesteld. De minister ging in hoger beroep en vroeg een voorlopige voorziening aan. Dat de Afdeling deze toewees vanwege het zware gewicht van het grensbewakingsbelang is op geen enkele wijze te rijmen met het EVRM en het Unierecht.

[verder lezen in InView]

De mug en het kanon
Kritische kanttekeningen bij het conceptvoorstel Toezicht informeel onderwijs
Het conceptwetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs is in vergaande mate ingegeven door een aantal uitwassen bij islamitische weekendscholen. Maar met het voorstel wordt al het informeel onderwijs potentieel onder toezicht gesteld. De mug wordt daarmee met een kanon bestreden. Als informeel onderwijs daadwerkelijk (of potentieel) onder overheidstoezicht wordt gesteld, wordt een te vergaande stap gezet. Meer nog dan bij het bekostigde onderwijs, bestaat bij informeel onderwijs een direct verband met de opvoeding van kinderen, waardoor het de vraag is wat de bemoeienis van de overheid rechtvaardigt.

[verder lezen in InView]

Het gewicht van de formateur
Reactie op ‘Staatsraden en kabinetsformatie’
In zijn lezenswaardige beschouwing van de ophef die is ontstaan rondom staatsraad Richard van Zwol (NJB 2025/144, afl. 3) gaat Paul Bovend’Eert in op de vraag of de staatsrechtelijke kritiek op diens functioneren hout snijdt. In dat verband gaat hij ook in op ons eerdere betoog (NJB 2024/1234), dat de rol van formateur in deze tijd niet (meer) bij een staatsraad past. Wij verwelkomen deze bijdrage aan het debat, maar vrezen dat de tweeledigheid van onze analyse dreigt onder te sneeuwen in zijn verhandeling.

[verder lezen in InView]

Eerder verschenen
NJB 6 (2025)
12 februari 2025
NJB 5 (2025)
5 februari 2025
NJB 4 (2025)
30 januari 2025
NJB 3 (2025)
23 januari 2025
NJB 2 (2025)
15 januari 2025