Inspectie SZW: Stilleggen Zonder Waarborgen?
Over de stillegging van werk conform artikel 28 lid 1 Arbowet
In dit artikel wordt de toepassing van de bevoegdheid tot stillegging van werk ex artikel 28 Arbowet kritisch besproken. In de praktijk is een tendens zichtbaar waarbij inspecteurs na een vermeende overtreding of een arbeidsongeval direct hard ingrijpen door gebruik te maken van deze bevoegdheid. Bestuursrechtelijke waarborgen blijven voornamelijk theoretisch van aard, zij vinden geen weerslag in de feitelijke toepassing van de bevoegdheid door de inspecteurs. In het systeem van de Wet op de Economische Delicten bestaat een vergelijkbare bevoegdheid. Deze is geconstrueerd op een wijze die recht doet aan de ingrijpendheid van de maatregel. Mede naar aanleiding daarvan worden voorstellen tot verbetering gedaan. Een ander probleem is dat het karakter van de maatregel als ultimum remedium door de subjectieve toepassing door inspecteurs onvoldoende uit de verf komt. Ook op dit punt zijn verbeteringen aangewezen.
Lees het hele artikel in Navigator.
100 jaar Weimar
Reflectie op democratie
Een schets van de historische context van de Weimarrepubliek leidt tot de conclusie dat handhaving van het geweldsmonopolie en handhaving van de vrijheid van meningsuiting twee essentiƫle kenmerken van democratie zijn. Beide dienen gehandhaafd te worden om te kunnen spreken van een democratisch systeem. De Weimardemocratie is dus niet ten onder gegaan aan het voor de democratie kenmerkende formalisme, maar vooral door de afwezigheid van een democratische meerderheid die in de woorden van Montesquieu de liefde voor de republiek en de liefde voor de democratie als haar raadgever beschouwt. Het bevorderen en in stand houden van democratisch burgerschap is dus een belangrijke remedie voor het behoud van de democratie. Dit democratisch burgerschap is onmisbaar om het belangrijkste kenmerk van de democratie, namelijk haar vermogen tot zelfcorrectie, te kunnen garanderen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Achterwaartse democratisering in Suriname
Een institutioneel en rechtsstatelijk leerproces
De koloniale erfenis was het aambeeld waarop na 1975 in Suriname de democratische rechtsstaat moest worden gesmeed. Dit proces heeft geleid tot een onvolledige (electorale) democratie. De samenleving heeft vanaf het begin geen brede ondersteuning aan het proces gegeven. Niet zozeer omdat men het ideaal van een democratische rechtsorde niet onderschreef, maar vooral omdat bleek dat lacuneuze, verouderde en fragiele instituties onvoldoende waarborgden dat de overheid op transparante wijze de in het vooruitzicht gestelde economische prestaties zou leveren en de rechtsstaat zou versterken. Het gevolg was dat het proces zich nog steeds voltrekt in een samenleving die de waarden van het democratiseringsproces weliswaar onderschrijft, maar die continu gefrustreerd wordt door slechte prestaties van de overheid ten aanzien van de waarborging van zowel de gelijkheid van politieke en burgerlijke aanspraken, als van de integriteit van de publieke sector.
Lees het hele artikel in Navigator.
Eerder verschenen
NJB 39 (2019)
13 november 2019
NJB 38 (2019)
6 november 2019
NJB 37 (2019)
30 oktober 2019
NJB 36 (2016)
23 oktober 2019
NJB 35 (2019)
16 oktober 2019