‘Er is een Staten-Generaal van het Koninkrijk’
Over voorstellen tot opheffing van het democratisch deficit in het Koninkrijk der Nederlanden
Het democratisch deficit binnen het Koninkrijk der Nederlanden staat opnieuw volop in de belangstelling. Dat tekort is te omschrijven als het ontbreken van democratische representatie van de Nederlanders uit de Caribische landen bij de besluitvorming op Koninkrijksniveau. In een spontaan advies van oktober 2024 stelt de Raad van State van het Koninkrijk voor het actieve kiesrecht voor de Tweede en Eerste Kamer uit te breiden naar Nederlanders in de Caribische landen. In deze bijdrage wordt een alternatieve structuur aan gedragen om het democratisch tekort te verhelpen.
Een moderne blik op het concordantiebeginsel en lokale context
In deze bijdrage wordt, na een kritische blik op huidige, door de historische context ingegeven, opvattingen over het concordantiebeginsel, zoals vastgelegd in het Statuut, het belang van aansluiting van het Caribische recht op de lokale context benadrukt. Voor het Caribisch deel van het Koninkrijk is het belangrijk om tot een meer eigen rechtsontwikkeling te komen.
Zo Grondwet, zo rechtsstaat
Inaugurele rede uitgesproken op 26 november 2024 ter aanvaarding van de Cleveringa-leerstoel
De Cleveringaleerstoel is ingesteld door de Universiteit Leiden ter herinnering aan hoogleraar Rudolph Pabus Cleveringa en zijn moedige optreden in november 1940 tijdens de Duitse bezetting en ter herdenking van de bevrijding in 1945. Op de Cleveringaleerstoel neemt elk academisch jaar iemand anders plaats, uit binnenof buitenland. De wisselleerstoel bestaat sinds 1970. Het thema alterneert jaarlijks tussen de Tweede Wereldoorlog en Vrede, recht & veiligheid. In het academisch jaar 2024-2025 wordt de leerstoel bekleed door Lilian Gonçalves-Ho Kang You. Nu polarisatie en discriminatie toenemen, laat deze jurist en mensenrechtenactivist in haar Cleveringa-oratie zien hoe gevaarlijk uitsluiting is.
Reactie op ‘Nederlands stakingsrecht getoetst’
Burger c.s. bespreken in het artikel ‘Nederlands stakingsrecht getoetst’ in NJB 2024/1879, afl. 29, het oordeel van het ECSR naar aanleiding van een klacht van ETUC, FNV en CNV over het toetsingskader van de Hoge Raad in de stakingsarresten Amsta en Enerco en over de toepassing daarvan in lagere rechtspraak sindsdien. Het ECSR heeft deze klachten afgewezen, maar de auteurs zien toch aanleiding de Hoge Raad te vragen om in een cassatieprocedure in het belang der wet ‘het toetsingskader nader te preciseren’. Ik plaats een paar vraagtekens bij dat betoog.
Naschrift
In reactie op ons artikel in NJB 2024/1879, afl. 29 plaatst Jaap van Slooten een aantal vraagtekens bij onze conclusie dat er reden is naar aanleiding van het oordeel van het ECSR om het Amsta/Enerco-toetsingskader van de Hoge Raad nader te preciseren. Van Slooten vindt die noodzaak niet aanwezig en denkt dat via de reguliere route van jurisprudentievorming een nieuw toetsingskader tot stand kan komen, mocht daar een behoefte aan of een noodzaak toe zijn. De Amsta/Enercoleer is voldoende lenig om eventuele nadere uitwerking te absorberen. Wij verschillen van mening met Van Slooten, zowel ten aanzien van de noodzaak als het tempo waarin daaraan inhoud gegeven zou moeten worden.
Eerder verschenen
NJB 38 (2024)
4 december 2024
NJB 37 (2024)
27 november 2024
NJB 36 (2024)
20 november 2024
NJB 35 (2024)
13 november 2024
NJB 34 (2024)
6 november 2024