De demonstrerende rechter
Persoonlijke verontwaardiging of publieke taak? Een begin van ontwarring
De laatste jaren zijn Nederlandse rechters meermalen de straat op gegaan uit protest tegen ontwikkelingen die de Rechtspraak raakten. Zo is er gedemonstreerd tegen een voorgenomen beperking door de Raad voor de rechtspraak van de zaakpakketten van de kleinere rechtbanken en is publiekelijk steun betuigd aan Poolse collega’s wier onafhankelijkheid wordt bedreigd. De demonstrerende rechter is een betrekkelijk nieuw verschijnsel, een vorm van betrokkenheid die lijkt te worden gevoed door de druk die rechters ervaren op de Rechtspraak en rechtsstaat. Deze demonstraties roepen vragen op, zowel binnen als buiten de Rechtspraak, over onder meer de rechterlijke onpartijdigheid en de dracht van de toga tijdens demonstraties. In deze bijdrage wordt geprobeerd om deze vragen beter te begrijpen en een begin van een antwoord te formuleren. Dit gebeurt door expliciet aandacht te besteden aan het onderscheid tussen het optreden van de rechter in en buiten functie. Een analyse langs deze lijnen laat zien waar het in juridisch en beroepsethisch opzicht wringt bij de demonstrerende rechter en over welke punten de beroepsgroep verder na zou moeten denken. In aansluiting hierop, en afsluitend, wordt gepleit voor meer aandacht voor dit onderwerp binnen de Rechtspraak.
Eindelijk toegang tot datasets
(Erg) langzaam maar zeker naar een nieuw normaal
Na de inbeslagneming van dataservers van Ennetcom in april 2016 deed een nieuw fenomeen zijn intrede in de Nederlandse strafrechtspleging: PGP-data. Oftewel de versleutelde inhoud van e-mailaccounts die de opsporing wist te ontsleutelen. In een snel toenemend aantal zaken wordt het door het Openbaar Ministerie gepresenteerde bewijs in doorslaggevende mate gebaseerd op een selectie van dergelijke data, terwijl de volledige datasets niet aan de verdediging worden verstrekt. Het toepassen van bestaande wetgeving, jurisprudentie en in de praktijk ontwikkelde uitgangspunten uit een tijd waarin in het geheel nog niet voorzienbaar was dat technologische ontwikkelingen zouden leiden tot dit type bewijsvoering staat inmiddels op gespannen voet met de adequate mogelijkheden die ook de verdediging moet hebben om die data in te zien, te onderzoeken en daaruit te selecteren wat ter verdediging van belang wordt geacht. Er zal een einde moeten worden gemaakt aan de sinds de introductie van dit fenomeen ontstane systemische ongelijkheid. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden nam in het onderzoek Bosnië-Brandberg na diverse eerdere verzoeken van de verdediging op 1 juli 2021 een baan brekende beslissing die navolging verdient.
Europees Parlement roept op tot erkenning abortusrecht
Een juridische faux pas
Het Europees Parlement heeft de lidstaten van de Europese Unie opgeroepen om abortus als recht te erkennen en de toegang tot veilige abortus zo volledig mogelijk te verzekeren. Op 24 juni 2021 nam het Europees Parlement daarvoor een resolutie aan. Daarbij riep het de EU-lidstaten ook op om het recht op gewetensvrijheid te beknotten, omdat dit recht de toegang tot abortus zou beletten. In dit artikel wordt uiteengezet waarom de resolutie echter geen abortusrecht schept en waarom het Europees Parlement de vrijheid van geweten niet zomaar opzij kan schuiven. Tot slot wordt de Nederlandse juridische situatie beschreven ten aanzien van het abortusrecht en het recht op gewetensbezwaren.
Eerder verschenen
NJB 33 (2021)
29 september 2021
NJB 32 (2021)
22 september 2021
NJB 31 (2021)
15 september 2021
NJB 30 (2021)
9 september 2021
NJB 29 (2021)
1 september 2021