Fraude bij Pels Rijcken
De onderste steen moet boven
In dit artikel wordt naar aanleiding van de geconstateerde fraude bij Pels Rijcken op basis van openbare bronnen op een rij gezet wat er is gebeurd en in welke context dat heeft plaatsgevonden. Dit met als doel het verstrekken van inzicht alsmede het bespreekbaar maken en leren van de dingen die fout zijn gegaan. Drie casussen waarin geld is weggesluisd naar privérekeningen worden besproken, waarbij het accent ligt op de Converium-casus. Hoe kan dit bij Pels Rijcken en rechthebbenden onopgemerkt zijn gebleven? Zijn de waarborgen inzake de afwikkeling van massaclaims waarop de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade van toepassing is, wel afdoende? Is het interne en externe notariële toezicht op kwaliteitsrekeningen en separate stichtingen wel toereikend? In dit artikel wordt bovendien geconstateerd dat de deur bij Pels Rijcken zodanig openstond, dat de fraude heeft kunnen gebeuren althans niet is voorkomen. Dat gegeven relativeert de ‘geraffineerdheid’ van de fraude, een kwalificatie die Pels Rijcken hanteert in het nieuwsbericht waarmee de kwestie naar buiten kwam. Pels Rijcken is volgens de auteurs dan ook niet zozeer slachtoffer, zoals het kantoor stelt, maar draagt juist medeverantwoordelijkheid voor de omvangrijke fraude.
De betekenis van het medisch tuchtrecht voor de kwaliteit van zorg
De doelstelling van het wettelijk tuchtrecht in de gezondheidszorg is het bevorderen van de kwaliteit van zorg. Al lange tijd is een discussie gaande over de vraag of de huidige vormgeving en toepassing van dit tuchtrecht wel aan het bereiken van die doelstelling bijdraagt. Contra-indicaties daarvoor zijn een gebrekkige verhouding tussen het tuchtrecht en het klachtrecht, een te punitief karakter van het tuchtrecht en een onvoldoende afstemming met andere kwaliteitssystemen in de zorg. In deze bijdrage wordt onderzocht hoe het tuchtrecht zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en welke mogelijkheden er zijn om de kwaliteitsimpact en het lerend effect van het tuchtrecht te verbeteren.
Nos ta papia Papiamentu
Over de erkenning van het Papiaments in Nederland
Op 11 maart 2021 is een ‘Bestuursafspraak voor het Papiaments op Bonaire’ getekend tussen enerzijds de bewindslieden van BZK, OCW en BVOM en anderzijds het openbaar lichaam Bonaire. De preambule leert dat het Papiaments als historisch op Bonaire gesproken taal onder toenemende druk staat en dat het daarom noodzakelijk is om de positie van het Papiaments op Bonaire te borgen, zodat de taal beschermd wordt voor huidige en toekomstige generaties. Met de bestuursafspraak wordt een begin gemaakt met de erkenning van het Papiaments onder het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden van de Raad van Europa. Daarmee is een eind gekomen aan de tot in het najaar van 2020 door de Minister van Binnenlandse Zaken herhaalde opvatting dat het Handvest niet toepasselijk kan zijn op buiten Europa gesproken talen. Een opvatting die ook niet houdbaar is onder zowel internationaal recht als ons eigen Statuut.
De wet misbruikt als wapen tegen de oppositie
Zoals de machthebbers in Rusland en Myanmar de oppositie bestrijden met dubieuze rechtszaken, doet president Rodrigo Duterte dat in de Filipijnen. Vanwege haar kritiek op Duterte zit senator Leila M. de Lima nu vier jaar gevangen, zonder daadwerkelijk veroordeeld te zijn. In het eerste jaar van zijn presidentschap haalden de duizenden vermoorde personen in Dutertes war on drugs regelmatig de internationale media. Hoewel er niets is veranderd, is die aandacht nu grotendeels verdwenen. Hetzelfde geldt voor de aandacht voor de detentie van De Lima. Aangezien De Lima op dit moment vanwege de COVID-19-beperkingen niet bezocht kan worden in de gevangenis, heeft ondergetekende haar schriftelijk een aantal vragen gesteld, die zij middels een uitgebreide handgeschreven brief heeft beantwoord.
Eerder verschenen
NJB 20 (2021)
19 mei 2021
NJB 19 (2021)
12 mei 2021
NJB 18 (2021)
5 mei 2021
NJB 17 (2021)
30 april 2021
NJB 16 (2021)
21 april 2021