Een Wet op de Artificiële Intelligentie?
De Europese wetgever haalt de nationale in
Waar de nationale wetgever nog zoekende is naar haar rol in de regulering van Artificiële Intelligentie (AI), is de Europese Commissie voortvarend te werk gegaan met een voorstel dat specifiek betrekking heeft op AI. Op 21 april 2021 publiceerde de Commissie haar voorstel voor een Wet op de Artificiële Intelligentie (AI-verordening). De reguleringsinsteek van de Commissie wijkt af van de aanpak die momenteel nog de boventoon voert en waarbij AI ‘slechts’ wordt beschouwd als een bepaalde (bijzondere) vorm van geautomatiseerd handelen. Kenmerkend voor de AI-verordening is haar zogeheten ‘risicogerichte’ benadering, die ook wel bekend is geworden als de piramidestructuur van de AI-verordening. Dat betekent dat niet elk AI-systeem aan dezelfde verzameling van (geharmoniseerde) regels wordt onderworpen, maar dat de toepasselijke regels worden bepaald door de omvang van het risico dat gepaard gaat met het betreffende AI-systeem. In deze bijdrage staat de vraag centraal wat de gevolgen van de AI-verordening voor de Nederlandse rechtsorde zullen zijn. Want de verwachting is dat het voorstel, weliswaar in gewijzigde vorm wat betreft definities en formuleringen, maar ongeschonden ten aanzien van de hoofdlijnen en de ‘piramidevorm’ in het bijzonder, de eindstreep gaat halen.
Nep echt onder het naburig recht
In deze bijdrage worden enkele juridische aspecten van deepfakes besproken, oftewel niet van echt te onderscheiden nep(beelden en/of -geluiden). Gekeken wordt naar de positie van de makers van deepfakes, de makers van materiaal dat in deepfakes wordt verwerkt en gedeepfakete personen en hun nabestaanden. De nadruk ligt hierbij op de aard en de omvang van de rechten en de belangen van die betrokkenen, niet op de juridische en praktische handhavings(on)mogelijkheden. Verder ligt de nadruk op deepfakes die niet primair bedoeld zijn om te misleiden, omdat die categorie interessantere vragen oproept dan de evident onrechtmatige categorie van voor misleiding bedoelde deepfakes. De conclusie is onder andere dat alle ‘gedeepfakete personen’ een vérgaande bescherming verdienen, waarbij wordt aanbevolen die bescherming gelijk te stellen aan en onder te brengen bij de nabuurrechtelijke bescherming van uitvoerende kunstenaars zoals zij die genieten onder de Wet op de Naburige Rechten (WNR).
Petroleum and beyond
De Rechtbank Den Haag verplicht het Shell-concern de uitstoot van CO2 terug te brengen
Op 26 mei 2021 gaf de Rechtbank Den Haag Royal Dutch Shell plc (‘RDS’) de opdracht ervoor te zorgen dat de jaarlijkse emissie van CO2 in de dampkring die het gevolg is van de werkzaamheden van het Shell-concern eind 2030 is teruggebracht tot 55% van het niveau van de emissie in 2019 (de ‘reductieverplichting’). De rechtbank deed deze uitspraak in een procedure die was begonnen met een dagvaarding van 5 april 2019 door een aantal verenigingen en stichtingen, waaronder Vereniging Milieudefensie (samen ‘Milieudefensie c.s.’). RDS is de tophoudstervennootschap van het Shell-concern. Het Shell-concern bestaat wereldwijd uit meer dan 1100 vennootschappen. De uitspraak is zonder meer baanbrekend, maar is ook kritisch ontvangen.
Eerder verschenen
NJB 1 (2022)
5 januari 2022
NJB 44 (2021)
15 december 2021
NJB 43 (2021)
8 december 2021
NJB 42 (2021)
1 december 2021
NJB 41 (2021)
24 november 2021