Lobbypraktijken in en rond het Binnenhof
Op weg naar meer transparantie en integriteit
Bij de totstandkoming van politieke besluiten kunnen zich in de praktijk allerlei informele besluitvormingscircuits ontwikkelen. Voor elk van deze informele besluitvormingsstructuren kan de vraag gesteld worden hoe zij zich verhouden tot de formele besluitvormingsstructuren. Doen zij afbreuk aan officiële besluitvormingsmechanismen of aan de constitutionele positie van ambtsdragers die verantwoordelijkheid dragen voor de besluiten? Is het gewenst om ook voor deze informele overlegstructuren zekere regels te stellen?
In dit artikel worden deze vragen aan de orde gesteld met betrekking tot de (hoofdzakelijk) informele praktijk van beïnvloeding door belangenbehartigers/lobbyisten in politiek Den Haag. Eerst volgt een korte verkenning van lobbypraktijken in en rond het Binnenhof. Daarna wordt bekeken welke initiatieven tot nu toe genomen zijn op het punt van regulering van deze praktijk. En vervolgens wordt nagegaan in hoeverre nadere regulering gewenst is en op welke wijze.
In dit artikel worden deze vragen aan de orde gesteld met betrekking tot de (hoofdzakelijk) informele praktijk van beïnvloeding door belangenbehartigers/lobbyisten in politiek Den Haag. Eerst volgt een korte verkenning van lobbypraktijken in en rond het Binnenhof. Daarna wordt bekeken welke initiatieven tot nu toe genomen zijn op het punt van regulering van deze praktijk. En vervolgens wordt nagegaan in hoeverre nadere regulering gewenst is en op welke wijze.
De taak van de rechtswetenschapper
Recht als volwaardige wetenschappelijke discipline
Juristen doen voortdurend wat volgens het betoog in dit artikel eigenlijk niet kan: allerlei standpunten innemen over wenselijk recht, terwijl hun expertise eigenlijk niet verder reikt dan aangeven of rechtsregels in het systeem zouden passen. Lang niet altijd ervaren zij dat ook als problematisch. Hoe kan dat?
Empirisch-juridisch onderzoek en de sprong van feit naar norm
De empirische bestudering van het recht is nodig vanwege de reality-check die het biedt. Bij de empirische bestudering van het recht is echter wel van groot belang dat men bewust is van de rechtvaardiging die nodig is voor de sprong van feit naar norm. Is een rechtvaardiging voor de sprong afwezig en maakt men deze sprong alsnog, dan wordt miskend dat het recht inherent normatief is en feiten daarom geen juridische normen en regels dicteren. In dit artikel wordt een stappenplan gepresenteerd aan de hand waarvan bepaald kan worden of in het recht een premisse aanwezig is die de sprong van feit naar norm rechtvaardigt.
Eerder verschenen
NJB 12 (2020)
25 maart 2020
NJB 11 (2020)
18 maart 2020
NJB 10 (2020)
16 maart 2020
NJB 9 (2020)
3 maart 2020
NJB 8 (2020)
26 februari 2020