Het ondervragingsrecht ten aanzien van belastende deskundigen in strafzaken
Over post-Keskin, Thijs H. en de Rosmalense ‘flatmoord’
Indien een getuige een verklaring met een belastende strekking heeft afgelegd, moet op basis van de post-Keskin-rechtspraak van de Hoge Raad het belang bij het oproepen en horen van die getuige worden voorondersteld. Van de verdediging mag geen nadere onderbouwing van dit belang worden verlangd. Op 13 september 2022 besliste de Hoge Raad dat deze uitgangspunten niet onverkort van toepassing zijn op de beoordeling van verzoeken tot het horen van belastende deskundigen. Dergelijke verzoeken moeten in de regel door de verdediging worden gemotiveerd. In deze bijdrage wordt het toetsingskader voor een verzoek tot het oproepen en horen van deskundigen in kaart gebracht en worden enkele vragen opgeworpen die richting kunnen geven aan de verdere ontwikkeling en mogelijke aanscherping van dit kader.
De Erfgoedwet en de Tweede Wereldoorlog
Over een opgegraven Spitfire, een niet opgegraven nazi-schat en de definitie van cultureel erfgoed
Een uit het Nationaal Archief afkomstige, onlangs openbaar gemaakte schatkaart van een door Duitse soldaten verstopte ‘nazi-schat’ spoorde heel wat golddiggers aan naar Ommeren af te reizen om hun geluk, overigens zonder resultaat, te beproeven. Enige jaren geleden werd in de buurt van het Limburgse Meerlo wel een in de Tweede Wereldoorlog aldaar neergestorte Spitfire opgegraven door enkele bewoners uit die streek. Nadat zij een deel van de vondsten op Marktplaats te koop aanboden werden zij vervolgd wegens onder meer het overtreden van de Erfgoedwet. Beide zaken geven aanleiding eens dieper te duiken in de definitie van cultureel erfgoed. De juridische begripsomschrijving blijkt vaag.
We staan er gekleurd op
Het Hof Den Haag oordeelt dat de Koninklijke Marechaussee zich schuldig heeft gemaakt aan rassendiscriminatie
De uitspraak van het Hof Den Haag van 14 februari 2023 is ondubbelzinnig: selectie voor grenscontroles door de mobiele toezichtsteams van de KMar op grond van etniciteit mag niet. Dat betekent dat staandehoudingen door de politie en andere controles op basis van etnische kenmerken ook niet mogen.
Reactie op Joop van den Berg, ‘Grenzen aan het parlementaire debat’
Joop van den Berg heeft een doorwrocht en interessant artikel geschreven over ontwikkelingen in het parlementaire debat in het Nederlandse parlement en de ordehandhaving tijdens debatten. Met zijn conclusie dat de voorzitter meer ruimte moet krijgen (nemen) om zelfstandig normerend op te treden, ben ik het van harte eens. Tijdens de vergaderingen dienen Kamerleden te accepteren dat de voorzitter de leiding heeft en zo nodig ingrijpt om de orde te handhaven.
Naschrift
Voor Paul Bovend’Eert hebben in het politieke bedrijf normen pas betekenis, zo blijkt uit zijn reactie, als die een juridisch karakter hebben. De jurist zal zich vervolgens allicht ‘op het verkeerde been gezet’ voelen als het gaat om ‘onkreukbaarheid, betrouwbaarheid en integriteit’, zeker als er geen sancties op volgen. Of mijn redeneringen daarom ‘uit de oude doos’ komen of niet, ik denk dat de moraal zijn eigen terrein van werking heeft en zijn eigen discours. In elk geval helpt het niet morele normen en codes te juridiseren en te denken dat die eerst dan betekenis krijgen. Moraal en recht overlappen, dat is waar, maar voor zover mogelijk moeten ze toch van elkaar worden onderscheiden.
Eerder verschenen
NJB 10 (2023)
15 maart 2023
NJB 9 (2023)
8 maart 2023
NJB 8 (2023)
22 februari 2023
NJB 7 (2023)
15 februari 2023
NJB 6 (2023)
8 februari 2023