Wettelijke regeling publicatie rechterlijke uitspraken

Tom Barkhuysen riep eerder deze zomer in een Vooraf op te komen tot een wettelijke regeling voor publicatie van in principe alle rechterlijke uitspraken op rechtspraak.nl. Dat is van groot belang voor de transparantie en controleerbaarheid en daarmee kwaliteit van rechtspraak, schrijft hij. En: alleen als alle uitspraken worden gepubliceerd, is fundamenteel wetenschappelijk onderzoek mogelijk.

Ik zag in het blog van Barkhuysen aanleiding om in de pen te klimmen. 

Momenteel wordt inderdaad ‘slechts’ een klein deel van de uitspraken gepubliceerd. Leidraad daarbij zijn de zogenoemde selectiecriteria, waarbij namen van natuurlijke personen worden weggehaald. Zowel de criteria voor publicatie als de richtlijnen voor anonimisering zijn gepubliceerd op rechtspraak.nl. In grote lijnen komt het erop neer dat uitspraken worden gepubliceerd die belangrijk zijn voor de rechtspraktijk en voor de samenleving.

De Rechtspraak onderschrijft natuurlijk het belang van openbaarheid van rechtspraak. Dit is immers een belangrijke pijler van de democratische rechtsstaat en openbaarheid is van groot belang voor het vertrouwen in rechtspraak. Idealiter worden inderdaad alle uitspraken gepubliceerd. Hiervan zou alleen moeten worden afgeweken als er specifieke, objectieve redenen zijn om dit niet te doen.

Hierover zijn we het dus eens. Belangrijk om te beseffen is - en Barkhuysen geeft hiervoor al een voorzet in zijn blog - dat er veel komt kijken bij de publicatie van alle uitspraken. Anonimiseren gaat nog grotendeels  handmatig. Er is op dit moment (nog) geen beproefd instrument voorhanden dat dit volledig geautomatiseerd over kan nemen. We onderzoeken of het mogelijk is. Het gaat hier om privacy van mensen en dus kan hier niet licht over worden gedacht. Duidelijk zal zijn dat het een enorme klus is om jaarlijks 1,7 miljoen rechterlijke uitspraken te anonimiseren. Een tweede belangrijk aandachtspunt moet zijn dat publicatie van uitspraken ook zinvol moet zijn. Om iets met de enorme hoeveelheid data die zouden worden gepubliceerd te kunnen, moet er in ieder geval een bepaalde classificatie op objectieve gronden aan de uitspraken worden meegegeven. Nu worden alleen relevante uitspraken gepubliceerd. Barkhuysen heeft een punt als hij zegt dat het eigenlijk niet aan de Rechtspraak zelf zou moeten zijn om te bepalen wat relevant is. Maar we moeten ook niet in een situatie belanden waarin uitspraken, al dan niet relevant, niet meer terug te vinden zijn in een enorme berg data. Dat laatste is mooi voor de toepassing van big data-technieken, maar ook directe bestudering van uitspraken moet mogelijk blijven.

Kortom: de Rechtspraak is niet tegen een wettelijke regeling die verplicht in principe alle rechterlijke uitspraken te publiceren. Integendeel. Het zou goed zijn voor de rechtsstaat. Wel is er veel te overdenken en te regelen voordat dit kan worden gerealiseerd. In de Rechtspraak is denken over dit vraagstuk overigens al enige tijd gaande, mede naar aanleiding van het lopende digitaliserings- en moderniseringsprogramma Kwaliteit en Innovatie.

 

Frits Bakker is voorzitter van de Raad voor de rechtspraak.

Over de auteur(s)
Frits Bakker
Voorzitter Raad voor de rechtspraak