Wat niet weet, wat wél deert

Lees hier de scriptie Wat niet weet, wat wél deert. Een onderzoek naar de mogelijke gevolgen van wettelijke vastlegging van een bijzondere informatieplicht, op grond waarvan bestuursorganen verplicht zouden zijn om op verzoek een bestuurlijk rechtsoordeel te geven. van Inge Versteeg (Masterscriptie Staats- en Bestuursrecht VU, beoordeling: 9, begeleider: prof. mr. S.E. Zijlstra)

Op grond van het rechtszekerheidsbeginsel moet de overheid burgers in staat stellen om hun rechtspositie ten opzichte van het bestuur te bepalen. Alhoewel de klassieke rechtsstaatgedachte veronderstelt dat de wet rechtszekerheid biedt, blijkt dit in de praktijk niet altijd zo te zijn. Om deze leemte op te vullen, is door een aantal rechtswetenschappers gepleit voor invoering van een informatieplicht voor bestuursorganen om burgers te informeren over hun rechtspositie. Een mogelijke invulling daarvan is de ‘bijzondere informatieplicht’, die bestuursorganen zou verplichten om op verzoek een bestuurlijk rechtsoordeel te geven. Een bestuurlijk rechtsoordeel is een ‘zelfstandig en definitief bedoeld oordeel [van een bestuursorgaan] over de toepasselijkheid van een wettelijk voorschrift aangaande de toepassing waarvan dat orgaan bevoegdheden heeft’.

In deze scriptie wordt verkennend onderzocht hoe een bijzondere informatieplicht het best in de Awb kan worden vastgelegd. Nadat geconcludeerd is dat het huidige bestuursrecht geen bijzondere informatieplicht kent, worden vier modaliteiten van deze informatieplicht geformuleerd. Vervolgens wordt onderzocht in hoeverre deze modaliteiten geschikt zijn om de rechtszekerheid te vergroten en welke uitvoeringseffecten en financiële effecten deze modaliteiten hebben. De conclusie is dat de modaliteit ‘vastlegging van een bijzondere informatieplicht in financiële tweepartijverhoudingen’ het meest geschikt is om in de Awb vast te leggen.

 

Afbeelding: Pixabay

Over de auteur(s)