
Ergens in december vorig jaar viel mij op dat de website rechtspraak.nl vernieuwd was. Het is net als met de krant die je iedere dag leest en die plotseling in een ander, volgens de krant beter, format verschijnt. De opmaak is veranderd, dingen staan niet meer op dezelfde vertrouwde plaats. De eerste reactie is enige ergernis, als je niet meteen vindt waar je naar op zoek bent. Maar het wekt ook wel nieuwsgierigheid op: is dit echt beter?
Volgens de Raad voor de Rechtspraak, verantwoordelijk voor de website, was vernieuwing noodzakelijk om te voldoen aan de richtlijnen van de overheid rondom toegankelijkheid zodat de website voor een breed publiek te gebruiken is. Met name de rechtzoekende moet in het digitale huis van de rechtspraak wegwijs worden gemaakt.1
Wat mij als eerste opviel op de home page was een vage, enigszins mistige, bewegende achtergrond. Kennelijk slow motion beelden van een met vaseline filter gemaakte opname in een rechtszaal met rechters en mensen die daar zitten of rondlopen. Ik werd er wat duizelig van en het leek me niet zo’n goede intro voor De Rechtspraak, zoals de site nu officieel heet, die graag transparant en voortvarend voor de dag wil komen. De indeling van de site is overigens helder en overzichtelijk, dus dat zit wel goed.
Waar mijn blik verder door gevangen werd, is de tekst die prominent als tweede blok op de home page verschijnt. Onder de kop ‘De Rechtspraak’ staat:
‘De rechter is onafhankelijk en onpartijdig. In de rechtszaal bepaalt hij wie gelijk heeft. Op deze site vindt u informatie over de procedures bij rechtszaken en de organisatie van de rechtspraak.’
In de rechtszaal bepaalt hij wie gelijk heeft? In de eerste plaats kun je je afvragen of het wel zo goed is om de indruk te wekken dat procedures zich vooral in de rechtszaal afspelen, want veel gebeurt immers schriftelijk, maar dat is wellicht een wat flauwe opmerking. Waar ik meer moeite mee heb, is dat de kernactiviteit van de rechter wordt omschreven als bepalen wie gelijk heeft. En dan gaat het me om het woord ‘gelijk’. Ik kan me voorstellen dat bij een website die beoogt het publiek inzichtelijke en begrijpelijke informatie te verschaffen over de rechtspraak een zeker gebruik van jip- en-janneketaal niet te vermijden is. Maar iedereen die enigszins thuis is in het rechtsbedrijf weet dat er veel percepties bestaan van wat eerlijk of rechtvaardig is. Dat gelijk hebben nog niet betekent dat je in rechte ook gelijk krijgt, alleen al omdat dat vaak afhankelijk is van de vraag of je dat ook kunt bewijzen. In veel procedures gaat het ook niet om gelijk krijgen maar om een aanvaardbaar of rechtvaardig compromis. Rechtspreken is niet zelden een kwestie van belangen afwegen en knopen doorhakken. Een beslissing is beter dan geen beslissing. Ook voor strafzaken is de terminologie niet gelukkig gekozen. Heeft de vrijgesproken verdachte gelijk ten opzichte van het slachtoffer?
In de woorden ‘gelijk krijgen’ zit bovendien een competitief element dat in een procedure vaak zorgt voor veel ellende, zeker in familiezaken. Zo herinner ik me van de tijd dat ik nog rechter-plaatsvervanger was in de familiekamer van de rechtbank Maastricht (lang geleden) dat twee scheidende ouders streden om het gezag over hun 10-jarige dochtertje. Beide ouders brachten een handgeschreven briefje van hun kind in. In het ene briefje had ze geschreven dat ze ‘bij papa wil wonen’ en in het andere dat ze ‘bij mama wil wonen’. We hebben het meisje op de zitting gehoord en gevraagd wat ze nu echt wilde. Ze keek ons met pientere oogjes aan: ‘Tegen mama zeg ik dat ik bij haar wil blijven en tegen papa dat ik bij hem wil blijven. Ze zoeken het zelf maar uit!’ Daar waren we allemaal even stil van. Wie heeft er hier gelijk?
Van de andere kant is het natuurlijk moeilijk in één zin of slogan de kern te raken van wat een rechter doet. Maar het lijkt me hoe dan ook niet goed om aan het publiek voor te spiegelen dat het bij rechtspraak simpelweg gaat om het bepalen wie er gelijk heeft, wat daar ook onder moge worden verstaan. Rechtspreken en procederen zijn complexe activiteiten en dat mag een rechtzoekende best weten. Van De Rechtspraak mag ook verwacht worden dat daarover uitleg wordt verschaft. Juristen zijn geneigd om te denken dat de burger die complexiteit toch niet goed kan doorgronden en dat het dus ook geen zin heeft om hem daarmee lastig te vallen. Mijn ervaring als advocaat was een heel andere. Als je cliënten betrekt bij de keuzes die moeten worden gemaakt bij het uitstippelen van een strategie of het innemen van een standpunt in een procedure en wat de risico’s zijn die daarbij horen, dan merk je dat zij heel goed kunnen meedenken. Bovendien wordt de uitkomst van een procedure, hoe die ook uitvalt, dan eerder aanvaard. Ik zie niet in dat dat bij rechtspraak, zij het in wat andere vorm, anders zou werken.
En als het dan toch heel kort moet, dan lijkt mij de volgende beschrijving van wat men van de rechter mag verwachten beter de lading dekken: ‘De rechter is onafhankelijk en onpartijdig. Hij beslist in geschillen tussen burgers en de overheid en burgers onderling volgens de regels van het recht.’ Ik geef deze onmiddellijk weg voor een betere!
Dit Vooraf is ook gepubliceerd in NJB 2016/256, afl. 5.
1. Tot voor kort was 70 % van de bezoekers professional en het publiek nauwelijks in de site geïnteresseerd, zie de WRR-studie Speelruimte voor transparantere rechtspraak, 2013, p. 61.