Wat de coronacrisis ons leert over de onzekerheid en uitzichtloosheid van de TBS

21 april 2020. De persconferentie drie weken geleden. In de hoop op een versoepeling van de coronamaatregelen wachtte ons een ontnuchtering. Zolang er geen vaccin is tegen het coronavirus, zullen de maatregelen tot indamming van het virus van kracht blijven. Het niet-weten wanneer het gewone leven weer kan worden opgepakt terwijl we ons allemaal ‘zo voorbeeldig gedragen’, zorgt voor veel onrust en leidt tot een afname van het draagvlak van de maatregelen.

De fnuikende onzekerheid over wat ons te wachten staat in de verre en nabije toekomst is een gevoel waar mensen met psychiatrische problematiek zich goed mee kunnen vereenzelvigen. Geplaatst in een tbs-kliniek ter behandeling van een stoornis, met een maatregel die in theorie oneindig kan duren, kan leiden tot grote onzekerheid en onbestemdheid aan het leven.

Waar het Nederlandse strafklimaat al te vaak als mild wordt bestempeld en het verblijf in detentie wordt vergeleken met een hotel, ervaren we nu zelf wat de impact is van het beperkt worden in de bewegingsvrijheid en de autonomie. Waar een tbs veelal als te lichte maatregel wordt gezien en het draagvlak ervoor tanend is, ervaren we nu de ontwrichtende werking van onzekerheid en isolatie op onze mentale gesteldheid.

Net als buiten de muren zijn ook binnen de gevangenissen en tbs-klinieken de groepsactiviteiten opgeschort. Veel mensen zitten elke dag langdurig op hun cel, bezoekfacaliteiten zijn geblokkeerd en strafzaken, inclusief de gedragsdeskundige rapportages, liggen gedurende langere tijd stil. Dit leidt tot ingewikkelde situaties voor rechters, instellingsmedewerkers, en de betrokken gedetineerden en tbs’ers. De stress voor besmetting, als ratten in de val, en het leed dat hiermee gepaard gaat is iets waar we als samenleving onze ogen niet voor zouden moeten sluiten.

Uiteraard is er ook een grote onderscheidende factor, zult u zeggen. De oplegging van een sanctie volgt immers naar aanleiding van gedragingen die wij als samenleving ontoelaatbaar achten. En dat u daar de ogen niet voor wil en kan sluiten is begrijpelijk. Maar zoals Nietzsche al stelde, bestaat onze misdaad tegenover misdadigers daarin, dat wij hen als schurken behandelen.

Mensen met een psychiatrische stoornis zijn ziek en handelen niet altijd uit onwelwillendheid. Hun handelen komt vaak voort uit hun ziek zijn. Omdat door hun wanen of angsten ze geen grip hebben op de realiteit. De oneindigheid van de tbs-maatregel plaatst hen veelal in een uitzichtloze situatie die wij nu ook, vanuit de luxe van ons eigen huis, een klein beetje kunnen ervaren.

Laten we deze crisistijd daarom aangrijpen om meer empathie en compassie met onze medemens te leren opbrengen. Omzien naar de ander. Niet alleen omzien naar onze medemens die wij als onze gelijke zien en aan wie wij ons daarom zo goed kunnen spiegelen, maar ook omzien naar onze medemens met wie wij ogenschijnlijk menen geen enkel raakvlak te hebben. Ook zij zijn nog altijd mensen en simpelweg, omdat het leven met een stoornis al moeilijk genoeg is. Het is niet aan u of mij, om hen te veroordelen.

 

De auteur is lid van de Stichting Mens en Strafrecht en schreef dit stuk uit dien hoofde.

Over de auteur(s)