Uithongering en kernbepalingen inzake internationale misdrijven

­Dit onderzoeksproject van Jolanda J. Andela is gewijd aan een analyse in hoeverre de bestaande wetsartikelen (in het Statuut van Rome) aangaande internationale misdrijven zijn toespitst op door gewapend conflict gerelateerde hongersnood. In andere woorden, in dit onderzoek wordt er gekeken naar de vraag of hongersnood, gedreven door gewapend conflict, zou kunnen worden gekwalificeerd als een oorlogsmisdrijf, misdrijf tegen de menselijkheid, of genocide. Zodoende kan worden bepaald in hoeverre de bestaande regels van internationaal publiekrecht de mogelijkheid bieden om individuen persoonlijk (strafrechtelijk) aansprakelijk te stellen voor het voortbrengen van, en het bijdragen aan, zulke situaties. In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van jurisprudentie en praktijkvoorbeelden met betrekking tot zowel hedendaagse als historische gewapende conflicten voor een zo nauwkeurig mogelijke interpretatie van de respectieve wetsartikelen.

Allereerst is het centrale concept van dit onderzoek (‘conflict-driven starvation’) onder de loep genomen. Hongersnood, gedreven door gewapend conflict, omvat veel juridisch relevante facetten. Aandacht wordt onder an­­dere besteed aan linguïstische interpretaties van het concept, de diverse rollen die hongersnood inneemt in conflictsituaties, alsook de verschillende manieren waarop hongersnood wordt ingezet ten tijde van gewapend conflict. De analyse stelt een specifieke interpretatie voor van het concept – een bepaalde kijk op hongersnood ten tijde van gewapend conflict. Het vormt het centrale referentiepunt voor de (verschillende) analyses in het gehele onderzoek.

Voor de juiste interpretatie van de artikelen in het Statuut van Rome aangaande internationale misdrijven is het verder van belang om de regels die ten grondslag liggen aan deze bepalingen grondig uiteen te zetten, als wel de toepassing van de bepalingen ten tijde van gewapend conflict te bepalen. Zodoende worden de regels met betrekking tot het verbod op het gebruik van uithongering als een methode van oorlogsvoering (binnen het kader van het internationaal humanitair recht) en de regels met betrekking op de uitoefening van fundamentele rechten gerelateerd aan vrijwaring van honger (binnen het kader van het internationaal recht inzake de mensenrechten) geanalyseerd en geïnterpreteerd. Specifieke aandacht wordt besteed aan de kwestie van beperkingen op de daadwerkelijke uitoefening van dergelijke mensenrechten ten tijde van gewapend conflict.

Andela vervolgt haar onderzoek met een beschouwing van de kernelementen (van belang voor de hongersnood gerelateerde misdrijven) binnen het kader van het internationaal strafrecht. Het verduidelijkt de (juridische) implicaties van (ieder van de) respectieve internationale misdrijven. Speciale aandacht wordt besteed aan het causaal verband. Hierna volgt een systematische analyse van oorlogsmisdrijven, misdaden tegen de menselijkheid, en genocide ten aanzien van door conflict gedreven hongersnood. De elementen die bepalen of een misdrijf kwalificeert als de respectievelijke overkoepelende (kern)categorieën worden onder de loep genomen. Daarna wordt er gekeken of, en in hoeverre, door conflict gedreven hongersnood aanleiding zou kunnen geven tot de (vereiste mentale en materiële elementen van de) onderliggende misdrijven.

Ten slotte wordt geconcludeerd dat de kernbepalingen binnen het bestaande kader van internationaal strafrecht veel potentie hebben om hedendaagse situaties van door gewapend conflict gedreven hongersnood aan te pakken, en dat er geen directe noodzaak is voor nieuwe bepalingen. Daarentegen moet er wel verder worden gekeken naar misdrijven gerelateerd aan voedsel dan de (huidige) interpretatie ervan in het Statuut van Rome, zoals neergelegd in artikel 8(2)(b)(xxv). Voedselgerelateerde misdrijven kunnen in verband staan met specifieke gedragingen (conduite), maar ook met een toestand van mishandeling. Dit onderzoek toont aan dat wat betreft misdrijven gerelateerd aan conduite de categorie oorlogsmisdrijven de meeste potentie heeft om zulke misdrijven in werking te stellen. Misdrijven gerelateerd aan een toestand van mishandeling hebben daarentegen meer potentie om de categorie misdaden tegen de menselijkheid in werking te stellen. Aansluitend wordt er nader ingegaan op de overwegingen en de visie van de promovenda met betrekking op toekomstig onderzoek. Hierbij wordt staatsaansprakelijkheid aangehaald als stof tot nadenken.

Op vrijdag 12 april 2024 promoveerde Jolanda Andela aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Promotoren: prof. dr. Kristin Henrard, prof. dr. Alessandra Arcuri en dr. Hanne Cuyckens.


Jolanda J. Andela
Food Prints on Core Crime Provisions: Conflict-driven starvation triggering individual criminal responsibility

Over de auteur(s)