In zijn boek “De aanval op de natiestaat” is Thierry Baudet sceptisch over internationale mensenrechtenhoven. Hij stelt dat rechters een uniforme cultuur moeten hebben om rechtvaardig te zijn en, omdat de culturen verschillen, zijn internationale hoven ongewenst.
Overlappende consensus
In dit stuk beargumenteer ik het tegenovergestelde, dat de mensheid een wetmatigheid volgt in de ontwikkeling van waarden; en dat alle culturen gedeelde waarden hebben en ontwikkelen. Deze groeiende ‘overlappende consensus’ maakt het mogelijk dat internationale rechters conflicten beslechten.
Baudet
Baudet zegt dat hoe groter het territorium, hoe moeilijker voor de rechters om gedeelde waarden te vinden. Hij geeft twee voorbeelden om aan te tonen dat zelfs binnen één land problemen bestaan met verschillende waarden. In de VS bepaalt de toevallige meerderheid in de Supreme Court of grote delen van de Amerikanen een ongewenste waarde opgelegd krijgen, zoals over abortus, doodstraf, euthanasie en wapenbezit.
In Nederland besloot de Hoge Raad dat SGP geen vrouwen mag weren, omdat het discriminatieverbod zwaarder weegt dan de andere grondrechten. Volgens Baudet heeft de Hoge Raad geen speciale reden gehad om zo te beslissen: het was slechts een ‘mening’. Toevallig koestert een meerderheid van de raadsheren een waarde die het discriminatieverbod voorrang geeft op vrijheid van religie. SGP discrimineert sinds 1918 en de Hoge Raad is pas in 2009 op het idee gekomen om dit te verbieden. Baudet wil waarschijnlijk hiermee zeggen dat wij als cultuur toevallig een andere ‘mening’ in 2009 hebben. Dus volgens Baudet verschillen waarden willekeurig in tijd en geografie.
De onbenoemde gevolgen van dit argument zijn dat we over 1000 jaar volstrekt willekeurige andere waarden zouden kunnen hebben. Alles is mogelijk. Duitsland kan de Holocaust herhalen en wij kunnen in Nederland een Stalinistisch regime introduceren. Apartheid, slavernij en kolonialisme zijn reële opties. We kunnen de vrouwen weer hun kiesrecht ontnemen en homo’s de doodstraf geven. We kunnen de wildplassers met hun eigen plas waterboarden op Guantánamo, zonder tussenkomst van een rechter. We zouden discriminerende wetten kunnen hebben, bijvoorbeeld de doodstraf slechts voor Marokkanen en progressieven. Als Bolkenstein een moord pleegt, kan de rechter hem maximaal levenslang geven. Maar als Roemer of Aboutaleb een moord plegen, dan moet de rechter hen de doodstraf opleggen. Als waarden willekeurig zijn, dan is het mogelijk om dit soort wetten en normen in de toekomst te hebben.
Dus als Baudet gelijk heeft dat waarden willekeurig in tijd en ruimte zijn, dan is alles mogelijk. Mijn stelling is echter dat de bovenstaande waarden een kleine kans hebben om in ons moraal of recht terecht te komen. Zelfs weten we niet precies welke waarden we over 100 jaar zullen hebben, we weten onze vaarrichting, omdat er een wetmatigheid is in de waardeontwikkeling.
De Hemelpositie
Welke wetmatigheid? We zien in de verschillende morele en rechtssystemen een gedeelde logica. We zien wel willekeur, maar ook meer evolutie en vooruitgang. Deze wetmatigheid komt overeen met rationele keuzes die we zouden maken als we niet zouden weten wie we zijn. Dit wil ik illustreren met een gedachte-experiment geïnspireerd door filosoof John Rawls.
Stel je voor dat je met de anderen in een ‘democratiekamer’ zou kunnen debatteren en onderhandelen, al vóór je geboorte. Bijvoorbeeld als ‘geesten’ in een denkbeeldige hemel, zonder te weten als welke persoon je geboren zal worden. Je kan een man of vrouw zijn, blank of zwart, gelovig of atheïst, rijk of arm, slim of dom, superfit of (geestelijk) gehandicapt. Homo of hetero. Welke gedragsregels en instituties zou je dan bedenken, als je rationeel zou zijn?
Ik noem deze neutrale argumentatieve houding ‘de hemelpositie’. Het is een perspectief, een manier om te beredeneren, ook terug te vinden in de gulden regel.
Mijn stelling is dat onze morele waarden en onze wetten evolueren volgens de rationaliteit van de hemelpositie.
Overlevingsinstinct en fundamentele behoeftes
In de hemelpositie ontdekken we dat ons leven één van de belangrijkste waarden is. En dat de andere waarden verbonden zijn met onze levenslust. Als we onsterflijk en onvernietigbaar zouden zijn, geen pijn en ander leed zouden voelen, zouden we ook de meeste van alle andere waarden verliezen. Dus ons overlevingsinstinct heeft een grote invloed op onze waarden en spelregels (morele en juridische gedragsregels).
Maar ons overlevingsinstinct is meer dan doodsangst en levenslust, het is een verzameling van neigingen, van fundamentele biologische en psychologische behoeftes (samen zal ik ze biops noemen). We zijn niet alleen bang voor vuur, slangen en hoogtes, maar we hebben ook andere behoeftes, zoals de behoefte voor fysieke en politieke vrijheid.
Stel je voor dat iemand ons leven tot 1000 jaar zou kunnen verlengen, maar hij houdt ons in een witte kamer zonder vensters opgesloten, vastgebonden aan een bed. We zouden eerder voor de dood kiezen dan voor zulk een waardeloos leven. Dus we hebben fundamentele biops naast het streven naar een lang leven. Hoe minder van deze behoeftes we kunnen bevredigen, hoe minder we het leven de moeite waard vinden; en hoe meer we bereid zijn om geweld te gebruiken en ons leven te riskeren in een opstand.
Omdat ons leven en het bevredigen van biops belangrijk zijn en omdat ons leven waardeloos zou zijn zonder minimale bevrediging van onze behoeftes, zouden we in de hemelpositie geen Russisch roulette spelen. We willen ons leven niet naar de prullenbak gooien. Daarom houdt ons concept van rechtvaardigheid rekening met wat er zou gebeuren als wij toevallig in de allerergste situatie zouden komen.
In de hemelpositie zouden we ook internationale mensenrechtenhoven willen, om onszelf tegen de kille willekeur van staten te beschermen. We zouden rekening houden dat we als Khalid El-Masri geboren zouden kunnen worden.
Mijn stelling is dat we de hemelpositie bewust of onbewust aannemen als we nieuwe (morele) wetten bedenken of de oude bekritiseren. Misschien niet iedereen, maar het totaal van alle krachten heeft in de geschiedenis zo gewerkt dat de mensheid in een richting gaat, alsof er één rationele persoon in de hemelpositie zou beslissen.
Het is wel waar dat mensen van waarden zijn gaan veranderen in tijd en ruimte, maar het is ook waar dat de hemelpositie altijd op de achtergrond een rol heeft gespeeld. De hemelpositie heeft invloed gehad op de evolutie van de waarden, zoals waterdruppels met veel geduld rotsen overwinnen. De hemelpositie heeft de morele systemen en rechtssystemen stukje bij beetje bijgestuurd in de richting van universele gedeelte waarden.
In democratieën is deze beweging sneller en duidelijker, maar de rest van de wereld hobbelt er ook achteraan.
Kernwaarden en satellietwaarden
We hebben meer zekerheid dat sommige spelregels en waarden een gevolg hebben voor het verlengen van onze levens en het bevredigen van biops. Deze zijn kernwaarden. Deze waarden zijn constant in tijd en ruimte. Grieken mochten 2000 jaar geleden ook niet moorden, stelen en liegen etc. En er bestaan nu ook geen culturen en rechtssystemen waar je willekeurig mag liegen, stelen, roven, moorden. Overal wordt je verplicht om je contracten te respecteren.
We hebben de kernwaarden niet veranderd; we hebben slechts de morele cirkel vergroot. In het begin mochten we slechts familie en naasten niet vermoorden, beroven of in slavernij drijven. Met de tijd hebben steeds meer mensen in onze morele cirkel omhelsd. Vandaag mogen we niemand op de wereld beroven, vermoorden, in slavernij drijven.
We hebben ook satellietwaarden. We zijn minder overtuigd dat ze gevolgen hebben voor onze levenslengte en voor de bevrediging van onze biops. Het is irrelevant hoe ze ontstaan, maar ze verschillen in tijd en ruimte. Ze verschillen van persoon tot persoon, cultuur tot cultuur. Deze waarden zijn minder belangrijk en we kunnen iedereen in zijn waarde laten. Terwijl we geen genocide in Rwanda tolereren en de daders berechten, we beginnen geen oorlog als de Tibetanen niet individualistisch genoeg zijn.
We onderwerpen de satellietwaarden aan constante ruil, debat en onderhandelingen – we bepalen hun voorrang democratisch. Vandaag geven we meer gezamenlijk geld aan kunst uit, morgen aan voetbal.
Kernwaarden zijn moeilijk in te ruilen. We gaan niet elke dag zeggen: ‘Als ik jou mag vermoorden, mag jij de kunstsubsidie verhogen. Deal?’ We laten die ook niet aan het democratische besluit over. Ik zou geen enkele democratische meerderheid de macht gunnen om genocide te plegen, noch zou ik een staat toestaan om de soevereiniteit als smoes te gebruiken om genocide te plegen. We leggen de kernwaarden vast, in de grondwet en mensenrechtenverdragen, zodat we niet verleid worden om ze te veranderen. We beschermen hen tegen de democratische waan van de dag, de privébelangen van onze politieke tegenstanders, die aan de macht kunnen komen, maar ook tegen onze zwakheid, mochten wij aan de macht komen. We binden ons – en vooral de anderen – zoals Ulysses aan de mast vast.
Mensenrechtenverdragen
De wetmatigheid van de hemelpositie en het onderscheid tussen kern- en satellietwaarden zie ik ook in de mensenrechtenverdragen. Neem bijvoorbeeld het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR). Sommige artikelen hebben een speciale status: ze zijn non-derogable. Dit houdt in dat staten van sommige waarden niet mogen afwijken. Deze artikelen zijn evident gerelateerd aan het overlevingsinstinct, of proberen te voorkomen dat anderen absolute macht over ons krijgen.
• Artikel 6 is het recht op leven. Bingo.
• Artikel 7 klinkt: “Niemand mag worden onderworpen aan folteringen, of aan wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. In het bijzonder mag niemand, zonder zijn in vrijheid gegeven toestemming, worden onderworpen aan medische of wetenschappelijke experimenten.” We zien hier het overlevingsinstinct aan het werk en de biops.
• Artikel 8 verbiedt slavernij en horigheid. Biops. Vrijheid is een belangrijk onderdeel van het overlevingsinstinct, want in vrijheid kunnen we bijvoorbeeld voedsel, onderdak en sekspartners zoeken. We willen anderen geen absolute macht over ons geven, vooral omdat ze onze welzijn kunnen beschadigen.
• Volgens Artikel 15 kan je niet bestraft worden voor daden die niet strafbaar waren op het moment van de daad. Artikel 16 klinkt: “Een ieder heeft, waar hij zich ook bevindt, het recht als persoon erkend te worden voor de wet.” Denk hemelpositie. Deze artikelen proberen te voorkomen dat anderen teveel macht over ons krijgen.
• Artikel 18 garandeert vrijheid van denken, geweten en godsdienst. Dit is ook de invloed van de hemelpositie. Want als je niet van tevoren zou weten als welke persoon je geboren zou worden, zou je het zekere voor het onzekere nemen en rekening houden dat je geboren zou kunnen worden als iemand met totaal andere overtuigingen. Dan zou je niet willen dat anderen jou dwingen om anders te denken.
De staten mogen afwijken van andere artikelen in het ICCPR. De meeste van deze artikelen zijn niet onmiddellijk te verbinden met onze levenslengte of het bevredigen van biops. Dus de wetmatigheid van de hemelpositie is doorgesijpeld in de waarden van ICCPR.
Dit suggereert dat de menselijke waarden een bepaalde wetmatigheid volgen, de logica van de hemelpositie, de logica van het volgen van ons overlevingsinstinct en bevredigen van de biops.
Mensen verzetten zich tegen regimes die in strijd handelen met deze kernwaarden. Mensen onder communistische regimes, net als moslims, komen in opstand als de leiders moorden, martelen, corrupt zijn, vrijheid beperken, absolute macht bemachtigen. De homo’s in Iran hebben niet het gevoel dat zij schuldig zijn, maar het gevoel dat ze onderdrukt worden.
Dus de historische ontwikkelingen in ethiek en recht suggereren dat individuen en culturen naar elkaar toe groeien, op basis van een wetmatigheid berustend op de menselijke natuur en op een rationaliteit, die probeert abstractie te maken van onze huidige positie in de wereld. We bereiken steeds meer consensus over gedeelde kernwaarden en dit maakt mogelijk dat internationale rechters de conflicten oplossen.
De uitspraak van de Hoge Raad is dus geen toevallige ‘mening’ berustend op willekeurige waarden. De uitspraak berust op logische evolutie: vrouwen gelijke rechten geven is slechts een vergroting van de morele cirkel, het is wat we als vrije rationele doodsbange wezens in de hemelpositie zouden kiezen. Parafraserend: “the human rights law works itself pure.”
Mihai Martoiu Ticu is afgestudeerd filosoof en heeft een Master in Internationaal Recht
Bron afbeelding: Thai Jasmine