Het weren van Trump, Wilders en Van Haga van belangrijke platforms zoals X, Facebook en LinkedIn heeft discussies aangewakkerd over het ‘deplatformen’ van politici op sociale media. Zulke platforms vormen tegenwoordig cruciale podia voor politieke communicatie. Sociale mediabedrijven modereren hun platforms via gebruiksvoorwaarden, waarmee ze de traditioneel ruime uitingsvrijheid van politici eigenhandig kunnen beperken. Daartegenover staat het recht van platforms om hun diensten naar eigen voorkeur te organiseren, met inachtneming van hun maatschappelijke verantwoordelijkheden. Ook speelt het recht van platformgebruikers op vrije informatiegaring en vrije verkiezingen hierin een belangrijke rol. Deze scriptie van Gabriel Labella onderzoekt de verhouding tussen het EU-reguleringskader en Europese grondrechten bij het deplatformen van politici op sociale media, met de Digital Services Act als centraal wetgevingsinstrument. Het biedt een grondrechtelijke analyse en toetst of het EU-reguleringskader de relevante grondrechten voldoende waarborgt. De resultaten tonen dat de DSA duidelijke stappen vooruitzet in content­­regulering en als vangnet voor andere regelgeving fungeert, maar dat er nog tekortkomingen zijn, zoals preventieve verwijdering van controversiële maar legale content en inconsistent moderatiebeleid. Het onderzoek beveelt meer transparantie in algoritmische besluitvorming en een onafhankelijke toezichtinstantie aan, vooral tijdens verkiezingscampagnes. Hoewel het huidige EU-kader de grondrechten niet pertinent schendt, is preventie van onterecht deplatformen wenselijker dan correctie.

Gabriel Labella
The post is mightier than the sword Deplatformen van politici op sociale mediaplatforms

Masterscripte Informatierecht, Instituut voor Informatierecht en Universiteit van Amsterdam
Scriptiebegeleider dr. Tarlach McGonagle
Beoordeling: 9,0