The General Anti-Abuse Rule of Article 6 of the EU ­Anti-Tax Avoidance Directive

De fiscaalrechtelijke dissertatie van Max Velthoven onderzoekt de algemene antimisbruikbepaling (GAAR) uit de EU Anti-Belastingontwijkingsrichtlijn (ATAD) (tezamen: ATAD GAAR).

In het kort verplicht deze bepaling alle EU-lidstaten om misbruik van recht te bestrijden binnen hun nationale vennootschapsbelasting. Het onderzoek is in de kern juridisch-dogmatisch maar bevat ook een filosofische component. De filosofische component bouwt voort op de ideeën van de wetenschapsfilosoof Karl Popper (ook wel: kritisch rationalisme). Geïnspireerd door een eerder proefschrift van Ivar Wendt poogt het onderzoek te laten zien dat een ‘klassiek’ juridisch proefschrift goed verenigbaar is met die filosofie. Het doel van deze aanpak is om te komen tot beter recht door het elimineren van slecht recht.

Het onderzoek begint met een historische analyse: welk probleem moest de ATAD GAAR oplossen? Dit deel beschrijft de context waarin de bepaling tot stand kwam. Helaas blijft wat onduidelijk welk probleem de bepaling op moest lossen, wat in een later deel een belangrijk punt van kritiek is. Het onderzoek laat zien dat de ATAD GAAR is gebaseerd op het bestaande antimisbruikconcept uit het EU-recht. De ATAD GAAR codificeert dit concept én breidt het bereik ervan uit naar de gehele vennootschapsbelasting. Vrij vertaald zou de ATAD GAAR kunnen worden gelezen als een verplichting voor lidstaten: ’gij zult misbruik van uw gehele vennootschapsbelasting bestrijden alsof het misbruik van EU-recht betreft.’ In het vervolg blijkt dat de bepaling veel nieuwe vragen oproept en verstrekkende gevolgen heeft. De ATAD is een richtlijn, die in beginsel door lidstaten moet worden omgezet in implementatiewetgeving. In het bijzonder behandelt het onderzoek de implementatie door één specifieke lidstaat: Nederland. Nederland heeft ervoor gekozen om de implementatie vorm te geven middels het bestaande leerstuk fraus legis. Fraus legis is hierdoor – in elk geval binnen de vennootschapsbelasting – binnen het bereik van het EU-recht gekomen. Ook dit heeft verstrekkende gevolgen, bijvoorbeeld vanuit formeelrechtelijk perspectief. In het laatste deel van het onderzoek bekritiseert de ATAD GAAR aan de hand van een aantal ideeën uit Popper’s De Open Samenleving (originele titel: The Open Society and Its Enemies). De totstandkominggeschiedenis van de bepaling is problematisch omdat onduidelijk is welk probleem er nu precies moest worden opgelost. Ook was er niet of nauwelijks aandacht voor de mogelijke (onvoorziene) gevolgen van de bepaling. Centraal in de kritiek staat Popper’s concept van het verwijderen van slechte ideeën (zelfcorrectie) en het verwante idee van stapsgewijze sociale technologie. De ATAD GAAR creëert diverse problemen vanuit dit perspectief. Deze problemen komen deels voort uit de gebrekkige dialoog tussen nationale rechters en het Hof van Justitie. Het laatste deel spreekt een aantal verwachtingen uit voor de toekomst. Een hiervan is dat de ATAD GAAR zal leiden tot een convergentie van algemene antimisbruikregels binnen de EU doordat deze op dezelfde (EU-conforme) wijze zullen worden geïnterpreteerd. Deze convergentie zal zich voornamelijk voordoen binnen de vennootschapsbelasting maar kan ook uitstralen naar andere
belastingen.

Promotores: prof. mr. dr. Sjoerd Douma en prof. dr. Otto Marres.

Max Velthoven
The General Anti-Abuse Rule of Article 6 of the EU Anti-Tax Avoidance Directive

Over de auteur(s)