Strafrechtelijke bescherming en (ex-)partnergeweld

Een belangrijke beschermingsmaatregel om slachtoffers van (ex-)partnergeweld te beschermen is een strafrechtelijk contact-, locatie- of gebiedsverbod. Irma Cleven onderzocht in haar proefschrift wat het betekent voor slachtoffers om zich ‘empowered’ te voelen door een verbod en hoe en wanneer verboden bijdragen aan ‘empowerment’. De eerste conclusie luidt: Weerstand kunnen bieden aan ongewenste verzoeken van de ex-partner, rust en verdergaan met hun leven zijn belangrijke doelen die slachtoffers hopen te bereiken via verboden. Maar de mate waarin verboden bijdragen aan deze doelen verschilt. Verboden zijn gemakkelijk te overtreden zonder bewijs achter te laten. En zelfs als verboden nageleefd worden vinden volhardende ex-partners manieren om slachtoffers lastig te vallen. Een belangrijke implicatie hiervan is dat professionals aandacht dienen te hebben voor overtredingen van het verbod in het grijze gebied en voor gedragingen die niet formeel onder het verbod vallen, maar die wel als stalking kunnen worden gezien. De tweede conclusie is dat het belangrijk is om verder te kijken dan alleen aan ‘macht’ gerelateerde begrippen. De bijdrage van verboden aan veiligheid en welzijn hangt ook samen met je meer gesteund voelen door de politie en je meer verbonden te voelen met je omgeving. Samen geven deze dimensies aan hoe belangrijk de bijdrage van verboden is aan veiligheid en welzijn van slachtoffers. De derde conclusie betreft hoe en wanneer verboden bijdragen aan empowerment. Verboden empoweren slachtoffers doordat ze het gevoel van veiligheidsgerelateerde self-efficacy vergroten. Binnen de context van verboden houdt dat in: Het geloof in diens vermogen om 1) om te gaan met situaties waarin men geconfronteerd wordt met de ex-partner en het geloof in diens vermogen om 2) het risico op toekomstig contact te beheersen en/of de ernst van de gevolgen van dat contact te verminderen. Het verbod geldt voor gedrag dat eerder niet verboden was en waardoor de politie eerder ook niet kon handhaven. Slachtoffers geven aan dat het verbod hun het ‘recht’ geeft in geval van ongewenst contact de politie te bellen. De politie kan vervolgens handhaven. Dit impliceert dat het belangrijk is het gevoel van self-efficacy te versterken. Een knelpunt hierbij is dat dit gevoel van self-efficacy afhankelijk is van de verwachtingen van de handhaving. Die waren vaak onrealistisch. De bevindingen wijzen er echter ook op dat een vast contactpersoon van de politie mogelijk dit gevoel van self-efficacy kan versterken en tegelijkertijd realistische verwachtingen van de handhaving kan scheppen.

De laatste conclusie luidt dat wijkagenten en social workers op meerdere manieren een belangrijke rol spelen in het ‘empoweren’ van een slachtoffer. Dit doen zij onder andere door (a) het vergroten van kennis over hoe verboden werken; (b) verwachtingsmanagement met betrekking tot de handhaving; (c) het wegnemen van drempels om (vaak niet fysieke) schendingen te melden; (d) toegang tot hulp van politie te vergroten in geval van gebrekkige handhaving en (e) het vergroten van het gevoel dat er hulp is indien nodig. Ook kunnen hulpverleners een belangrijke rol spelen in geval van slachtoffers die zelf weer contact willen met de ex-partner met wie contact is verboden, en daarbij de balans zoeken tussen het beschermen van kwetsbare en soms ernstig getraumatiseerde slachtoffers en het respecteren van hun keuzevrijheid. Deze conclusie benadrukt het belang van investeringen in een vast contact vanuit de politie en een betere samenwerking met de hulpverlening om de bijdrage van verboden aan empowerment te vergroten. Clevens onderzoek biedt inzicht in wat belangrijk is in de ondersteuning van slachtoffers van (ex-)partnergeweld die beschermd worden door een verbod.

Cleven promoveerde op vrijdag 24 januari 2025 aan rechtenfaculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Promotoren waren: prof. mr. dr. Sanne Struijk en dr. Tamar Fischer.


Irma Cleven
Strafrechtelijke beschermingsbevelen en (ex-)partnergeweld: Ontrafelen hoe en wanneer overlevenden zich ‘mondig’ voelen.

Het proefschrift is beschikbaar in de repository van de Erasmus Universiteit Rotterdam via: https://pure.eur.nl/en/publications/penal-protection-orders-and-ex-partner-violence-unravelling-when-

Over de auteur(s)