Staatshulp en loonsverlaging

We leven in barre tijden. Bedrijven en werknemers komen in grote financiële problemen. Soms springt de overheid bij, zoals bij KLM. Aan de staatshulp worden voorwaarden verbonden op allerlei gebied: duurzaamheid, bonussen, lonen, om er een paar te noemen. Voor die lonen wil ik hier kort aandacht vragen.

Neem de KLM. Daar heeft de overheid een groot pakket hulp aangeboden, grotendeels in de vorm van (achtergestelde) leningen. Als voorwaarde wordt onder meer aan KLM gevraagd de lonen van het personeel te verlagen, in een staffel oplopend tot 20%. De piloten het meest, de minst verdienenden het minst, sterkste schouders enz.

Kan dat dan zo maar, in lopende cao’s de lonen verlagen in opdracht van de (reddende) overheid? Daar zit inderdaad gezien de huidige praktijk wel een problematische kant aan.

In ons land en de meeste andere landen worden de lonen vastgesteld in vrije onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers, de overheid heeft daar buiten te blijven. Dat is ook vastgelegd in EU- en internationaal recht. In ILO verdragen 87 en 98 worden de vakbondsvrijheid en collectieve onderhandelingsvrijheid gewaarborgd. Nederland is daaraan gebonden, de verdragen zijn de ‘cornerstone’ van de ILO, het gaat om fundamentele arbeidsrechten.

In de vorige crisis (2008-2014) hebben verschillende landen ingrijpende loonmaatregelen getroffen, zoals Spanje, Griekenland en Portugal. Bij wet werden de lonen in lopende collectieve contracten verlaagd.

Begrijpelijkerwijs zijn vakbonden daartegen opgekomen bij de International Labour Organization ( ILO). In uitspraken van de ILO Committee on Freedom of Association (CFA) zijn de resultaten daarvan te lezen.

In de Griekse zaak (CFA 2012 nr. 2820), de Spaanse zaak (CFA 2013 nr. 2918) en de Portugese zaak (CFA 2015, nr. 3072) werd iedere keer benadrukt dat ook in moeilijke crisisomstandigheden de sociale dialoog moet worden geëerbiedigd. De CFA “regrets the absence of a genuine consultation process” (Spanje), en “ recalls that measures that might be taken to confront exceptional circumstances ought to be temporary” (Griekenland).

Nu ging het hier om generieke loonmaatregelen die golden voor alle cao’s.

In Nederland kennen we daarvoor artikel 10 van de Wet op de Loonvorming (WLV) dat onder invloed van de ILO-regelgeving een heel beperkte macht toekent aan de Minister van Sociale Zaken om in geval van crisis een generieke loonmaatregel te treffen. Dat is tot nu toe niet gebeurd.

In de KLM-zaak gaat het dus om ingrepen in een aantal specifieke cao’s. Grondpersoneel, cabinepersoneel en verkeersvliegers hebben hun eigen vakbond en hun eigen cao.

Voor ingrepen daar is art. 10 WLV niet geschreven. We kennen er geen nationale wetgeving voor. De hulp aan KLM moet in speciale noodwetgeving een grondslag krijgen, uiteraard ook om het budgetrecht van de Tweede Kamer te eerbiedigen.

Hier wringt nu de schoen. Hoewel de Minister van Financiën van de KLM eist dat de cao-lonen worden verlaagd, heeft hij de betrokken vakbonden niet geconsulteerd.

Die bonden zijn partij bij het lopende collectieve contract. Een duidelijke omissie dus, in het licht van de ILO verdragen over het recht op collectief onderhandelen.

Tevens is er geen duidelijkheid over de tijdelijkheid van de maatregelen.

Iedereen begrijpt dat er in tijden van zware crisis en overlevingsnood snel moet worden gehandeld en dat gebruikelijke wandelpaden moeten worden verlaten. Ook kunnen loonoffers bij een hulppakket horen. Dat snappen vakbonden ook wel, en daar valt ongetwijfeld met ze over te praten. Maar crisismanagement door de overheid op het vlak van contractueel vastgelegde lonen moet wel geschieden met in achtneming van de grondregel dat je vooraf de contractspartijen consulteert, en niet alleen de werkgever.

 

Paul F van der Heijden is hoogleraar internationaal arbeidsrecht aan de Universiteit Leiden en was onafhankelijk voorzitter van de ILO Committee on Freedom of Association (CFA) van 2002 tot 2017.

 

Afbeelding: www.pixabay.com

Over de auteur(s)
Paul van der Heijden
Hoogleraar internationaal arbeidsrecht aan de Universiteit Leiden