
De verkiezingsstrijd digitaliseert. ‘Microtargeting’ stelt politieke partijen in staat om op basis van data-analyse individuele burgers op maat gemaakte campagneberichten te sturen: ouderen over de AOW, studenten over de basisbeurs. Zelfs de toonzetting kan worden afgestemd op de karaktertrekken van de ontvanger. Sinds het Cambridge Analytica-schandaal (2016) bestaan zorgen met betrekking tot transparantie, publieke deliberatie en kiezersautonomie. Het proefschrift van Sam Maasbommel beoogt enerzijds bij te dragen aan de kennis over het fenomeen microtargeting en in het bijzonder zijn juridische context, en anderzijds handvatten te bieden voor het opstellen van houdbare, doelmatige en binnen de nationale context passende regulering. Hoewel microtargeting in het onderzoek in beginsel wordt gezien als een wat betreft de inhoud neutraal instrument, worden twee fundamentele risico’s onderscheiden. Het eerste betreft fragmentatie van het publieke debat doordat mensen niet worden geconfronteerd met andersdenkenden; en daardoor kunnen vervallen in een ‘spiraal van het eigen gelijk’. Ten tweede kan de techniek worden ingezet voor doelbewust kiezersbedrog en de verspreiding van desinformatie, zonder dat politieke tegenstrevers hiertegen iets kunnen inbrengen. Gesteld kan worden dat het in Nederland vooralsnog ‘meevalt’, maar dat AI de dreigingen voor de democratie kan katalyseren.
Het reguleringsvraagstuk wordt vervolgens benaderd vanuit een drietal invalshoeken. Om te beginnen wordt microtargeting als politiek communicatiemiddel geplaatst in de Nederlandse non-interventionistische partijreguleringstraditie. Hoewel de wetgever weinig heeft willen regelen inzake politieke partijen (laat staan campagnevoering), zijn zij door de jaren desalniettemin onderworpen aan een niet onaanzienlijk juridisch kader. Gesproken wordt in dit verband van een ‘sluipende codificatie’, waarvan de aangekondigde Wet op de politieke partijen (Wpp) het culminatiepunt zou vormen. Wel wordt een zestal beginselen en uitgangspunten gedestilleerd uit de traditie op dit gebied die richtinggevend kunnen zijn bij het opstellen van regels. Ook wordt zelfregulering besproken, alsmede de nieuwe EU-verordening over politieke reclame.
Vervolgens worden vanuit een grondrechtelijk perspectief de grenzen verkend zoals die voortvloeien uit de Grondwet en het EVRM. Microtargeting is een vorm van campagnevoering en bevindt zich daarmee in het hart van de vrijheid van meningsuiting. Politieke uitingsvrijheid geniet de allerhoogste bescherming en regulering in die sfeer moet daarom met de grootste zorgvuldigheid worden benaderd, maar te rechtvaardigen beperkingen zijn heel wel denkbaar. Wanneer de getroffen maatregel aan een aantal voorwaarden voldoet, zoals dat deze generiek van aard is inhoudsneutraal, zou deze de toets kunnen doorstaan. Voor het tegengaan van digitale inmenging uit het buitenland bestaat nog meer ruimte.
Tot slot wordt inspiratie gezocht in de VS, Frankrijk en Duitsland, waar maatregelen zijn of worden getroffen in het kader van het digitale politieke debat. Het ei van Columbus heeft de rechtsvergelijking niet gebracht, wel inzichten. Zo zijn elders niet politieke partijen (zoals in de Wpp) als normadressaten gekozen, maar in de eerste plaats socialemediaplatformen. Dat is aanbevelenswaardig om twee redenen: 1) het zijn de Googles en Meta’s van deze wereld die de infrastructuur voor microtargeting bezitten en 2) ook andere entiteiten dan politieke partijen – burgers, bedrijven, belangengroepen en buitenland – kunnen de techniek aanwenden om kiezers te beïnvloeden. Verder is het in alle constellaties geen sinecure gebleken om de normen zodanig te formuleren dat duidelijkheid wordt gecreëerd over de bereikte doelgroepen en de gebruikte data én blijft handhaving een aandachtspunt.
Maasbommel promoveerde op donderdag 5 december 2024 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Promotores: prof. mr. Solke Munneke en prof. dr. Gerrit Voerman.
Sam Maasbommel
Ruimte voor regulering van politieke microtargeting
Groningen University Press 2024. De dissertatie is beschikbaar in open access