Door technologische ontwikkelingen is het voor bestuursorganen steeds eenvoudiger geworden om op grote schaal persoonsgegevens van burgers te verzamelen en deze te gebruiken voor het nemen van besluiten en het uitvoeren van publieke taken. Daar komt bij dat de afgelopen jaren bestuursorganen in toenemende mate persoonsgegevens geautomatiseerde hebben geanalyseerd door middel van machine learning algoritmen om burgers te profileren. Dit resulteerde in een groot aantal schandalen (Toeslagenaffaire, DUO, SyRI). Vanwege deze voortschrijdende technologisering komt aan de toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), en de wijze waarop zij doorwerkt in het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming, grotere betekenis toe.
Toepassing van de AVG en rechtsbescherming zijn echter nationale aangelegenheden. Zij behoren tot de verantwoordelijkheid van nationale bestuursorganen en rechters die handelen op basis van nationaal procesrecht, in het bijzonder de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze wet fungeert hiermee als een belangrijk vehikel om de AVG te laten doorwerken in de Nederlandse rechtsorde. Desondanks is de afgelopen jaren opvallend weinig aandacht besteed aan de vraag hoe een burger in rechte kan opkomen tegen de bestuurlijke verwerking van zijn gegevens. Het proefschrift van Fatma Çapkurt adresseert deze lacune. Het maakt inzichtelijk hoe burgers via de AVG en de Awb kunnen opkomen tegen de (algoritmische) verwerking van hun persoonsgegevens door Nederlandse bestuursorganen.
De hoofdbevinding van de dissertatie is dat de doorwerking van de AVG in het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming thans gebrekkig verloopt. Dit belemmert de toegang tot bestuursrechtelijke rechtsbescherming voor burgers. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat de AVG en de Awb op fundamenteel verschillende grondslagen berusten. In het bestuursrecht staat alleen rechtsbescherming open tegen publiekrechtelijke rechtshandelingen, te weten besluiten in de zin van artikel 1:3 Awb. De burger die zijn AVG-informatierechten inroept jegens bestuursorganen om de rechtmatigheid van een gegevensverwerking ter discussie te stellenkomt echter op tegen een feitelijke bestuurshandeling, te weten de verwerking van zijn gegevens. De hieruit voortvloeiende problemen in rechtsbescherming worden in dit boek geïllustreerd door een groot aantal rechterlijke uitspraken. Dit boek formuleert tevens denkrichtingen om de AVG beter te laten doorwerken in het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming.
Çapkurt promoveerde op 4 december 2024 aan de Universiteit Leiden. Promotoren: prof. mr. Ymre Schuurmans en prof. mr. Luc Verheij.
Fatma Çapkurt
Rechtsbescherming tegen bestuurlijke gegevensverwerkingen: toegang, toetsing, schadevergoeding
Wolters Kluwer 2024, 416 p., € 65
ISBN: 978 90 1318 006 0