Kinderbeschermingsmaatregelen grijpen diep in, in het privé- en gezinsleven van de betrokkenen. Het gezag van ouders wordt beperkt, kinderen kunnen van ouders worden gescheiden en een maatregel kan leiden tot opname in een accommodatie voor (gesloten) jeugdzorg. In het reguliere rechterlijke besluitvormingsproces dat leidt tot het nemen van dergelijke ingrijpende maatregelen is geborgd dat de procedure in het algemeen voldoet aan de voorwaarden zoals neergelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Als het noodzakelijk is dat direct wordt ingegrepen kunnen met een zogenoemd spoedverzoek aan de kinderrechter net zulke ingrijpende crisismaatregelen worden genomen. Bezien vanuit artikel 6 en 8 EVRM vertoont het besluitvormingsproces na zo’n spoedverzoek echter nogal wat gebreken. Om die te repareren zou een voorbeeld genomen worden aan de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang. Het systeem en de uitvoeringspraktijk van de deze wetten leren hoe de noodzaak om met spoed in te kunnen ingrijpen, niet hoeft af te doen aan een hoog niveau van rechtsbescherming.
Lees hier het hele artikel Rechtsbescherming van ouders en kinderen schiet tekort bij spoedverzoeken aan de kinderrechter van Bart Tromp, dat is gepubliceerd in NJB 2024/1049, afl. 17.
Afbeelding: © Malte Mueller / Getty images