Privaatrechtelijke corona­steun en rechtsbescherming

Lees hier de scriptie De Nationale ombudsman & rechtsbeschermingsproblematiek rondom ontstatelijking. Een onderzoek naar rechtsbescherming bij privaatrechtelijk vormgegeven coronasteun van Yacintha Habicht (Masterscriptie Staats- en bestuursrecht, Universiteit van Amsterdam, begeleider: prof. mr. Jacobine van den Brink, beoordeling: 9)

Over publiekrechtelijke coronasteunregelingen zoals de TVL en NOW wordt volop geprocedeerd bij de bestuursrechter en worden klachten ingediend bij de Ombudsman. Over coronasteun die privaatrechtelijk is vormgegeven, is daarentegen nauwelijks rechtspraak en Ombudsprudentie te vinden. Dit verschil vormde de aanleiding voor Yacintha Habicht om onderzoek te doen naar privaatrechtelijk vormgegeven coronasteun die wordt verstrekt door Stichting Qredits en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s). Welke rechtsbescherming genieten ontvangers van privaatrechtelijk vormgegeven coronasteun en kunnen zij terecht bij de Ombudsman? In de eerste plaats is daartoe onderzocht of zij zijn aan te merken als (buitenwettelijke) b-bestuursorganen. Er wordt geconcludeerd dat dit niet het geval is. Vervolgens is onderzocht wat de gevolgen hiervan zijn voor de bestuursrechtelijke rechtsbescherming – in het bijzonder een ­klachtprocedure bij de Nationale ombudsman – van (potentiële) eindontvangers. Geconcludeerd wordt dat de Nationale ombudsman strikt genomen niet bevoegd is om te oordelen over Qredits en de ROM’s en dat potentiële ontvangers van de privaatrechtelijke coronasteun in kwestie zijn aangewezen op de civiele rechter. Dit is onwenselijk, nu geen effectieve rechtsbescherming wordt geboden tegen private partijen die een publieke taak uitvoeren. Daarom worden enkele aanbevelingen gedaan om de bevoegdheid van de Nationale ombudsman te verruimen alsook om de toegang tot bestuursrechtelijke rechtsbescherming in brede zin te verruimen.

Over de auteur(s)