Uitgeverij Kluwer heeft sinds jaar en dag een dominante positie op de Nederlandse markt voor Nederlandstalige juridische informatie, met een marktaandeel van naar verluidt tussen de 50 en 75%.1 Veel professionele gebruikers, waaronder universiteiten en overheidsinstellingen, maar ook studenten en scholieren, kunnen niet zonder de juridische informatie van Kluwer.
Kluwer biedt sinds kort een flink aantal bestaande juridische handboeken, zogenaamde Expert-titels, aan als e-book, af te nemen in pakketten. Als de juridische faculteiten in Nederland deze digitale boeken voor hun studenten beschikbaar willen krijgen, zullen ze daarvoor apart moeten gaan betalen. Het is de vraag of de faculteitsbibliotheken die kosten zullen kunnen opbrengen. Mogelijk moeten zij afzien van het aanschaffen van deze informatie of bezuinigen op andere bronnen.
Kluwer gaat kennelijk ervan uit vrij te zijn in het uitbrengen van digitale uitgaven. Zo is aan de eerste auteur van dit stuk, tevens auteur van één van die Expert-titels, nooit gevraagd of hij akkoord was met het aanbieden van zijn boek als e-book. Het is hem slechts medegedeeld dat dit gaat gebeuren. Niet is verteld of en wat voor royalty’s daartegenover zouden staan. Hij zou overigens graag zien dat deze (enigszins verouderde titel uit 2005) gratis voor de universitaire wereld beschikbaar zou komen en hoeft er dan uiteraard ook geen royalty’s voor te ontvangen. Maar de zojuist geschetste ontwikkeling is ook om andere, nog veel belangrijker redenen zorgwekkend en geeft aanleiding tot een aantal kritische vragen.
Geen pdf’s, geen paginanummers
Het is zeer waarschijnlijk dat universiteiten (nog) meer papieren abonnementen gaan opzeggen. Dat zou op zichzelf geen groot probleem zijn als de digitale varianten een volwaardig alternatief zouden zijn. Helaas is dat bij Kluwer niet het geval. De digitale variant in de Kluwer Navigator is slecht leesbaar, biedt geen pdf’s en er staan geen paginanummers in de publicaties. Daardoor is het voor gebruikers noch auteurs mogelijk naar paginanummers te verwijzen. Weliswaar biedt Kluwer digitale publicatienummers, maar dat biedt alleen de mogelijkheid om naar de publicatie als geheel te verwijzen. Deze wijze van beschikbaar stellen door Kluwer voldoet niet aan de maatstaven die voor deugdelijke wetenschappelijke literatuur worden aangehouden.
De universiteiten betalen al bijna € 1 miljoen per jaar voor juridische digitale content aan Kluwer
De Nederlandse universiteiten betalen bij elkaar al bijna € 1 miljoen per jaar aan Kluwer om alle juridische digitale tijdschriften en naslagwerken van Kluwer voor hun studenten beschikbaar te krijgen.2
De universiteiten betalen al ruim € 1 miljoen per jaar voor korte overnames in readers
Voor korte overnames in readers en in digitale leeromgevingen betalen Nederlandse universiteiten een bedrag per student, in totaal ruim € 1 miljoen per jaar, aan digitale rechtenorganisatie Stichting PRO.3De Leidse universiteit betaalt in totaal € 200.000 per jaar. Op grond van haar marktaandeel komt een aanzienlijk deel van dat geld via Stichting PRO bij Kluwer terecht. Daarnaast gaat er een deel naar de auteurs. Per auteur is dit echter echt peanuts, zo weinig dat je je afvraagt of de administratiekosten niet onverantwoord hoog zijn.
De universiteiten betalen al ruim € 1 miljoen per jaar voor langere overnames in readers
Voor langere overnames in readers en in digitale leeromgevingen betalen Nederlandse universiteiten een bedrag per overname, in totaal ruim nog eens € 1 miljoen per jaar, aan Stichting PRO.4 Alleen de Leidse rechtenfaculteit betaalt per jaar bijvoorbeeld al € 80.000,-. Op grond van haar marktaandeel komt ook van dat geld een aanzienlijk deel bij Kluwer terecht. Een deel wordt ook hier, met relatief hoge administratiekosten, aan auteurs overgemaakt. Per auteur is dat heel weinig.
Op grond van een contract uit oktober 2013 is met terugwerkende kracht sinds medio 2013 op aandringen van Kluwer de readerregeling weer volledig van toepassing op langere overnames uit Kluwer-materiaal. Tot medio 2013 behoefde voor dergelijke lange overnames uit Kluwer-materiaal niet afzonderlijk te worden betaald. Die overnames vielen onder de licentie voor de digitale tijdschriften en naslagwerken. Nu dus niet meer:
‘Uitsluitend gedurende de periode van 1 januari 2013 tot en met 5 juni 2013 is onder de Gebruiksrechten tevens begrepen het zonder te betalen van een nadere billijke vergoeding opnemen van delen van de Content in elektronische dan wel papieren publicaties die worden gemaakt als toelichting bij het onderwijs. Partijen komen echter uitdrukkelijk overeen dat dit Gebruiksrecht vervalt na 5 juni 2013 en dat na deze datum het gebruik van de Content voor dit doel niet langer deel uitmaakt van deze Overeenkomst.’5
De universiteiten worden hiermee dus expliciet gedwongen om voor langere overnames uit het Kluwer-materiaal naast de contractuele vergoeding via Stichting PRO ook (nogmaals) aan Kluwer te betalen. Mogelijk is dit een reactie van Kluwer op de door Stichting PRO in haar jaarverslag over 2012 geconstateerde ‘dramatische krimp’ van dit deel van de readerinkomsten.6
De readerregeling voor lange overnames is administratief zeer belastend voor universitaire medewerkers. Zij begrijpen de regeling meestal niet goed en maken daardoor fouten, die leiden tot het verbeuren van contractuele boetes. Dat leidt weer tot grote terughoudendheid, waardoor er steeds minder lange overnames in readers worden opgenomen of opname in readers alleen plaatsvindt uit rechtenvrije bronnen, zoals te vinden op rechtspraak.nl. Daarnaast worden er hyperlinks geplaatst naar digitale versies in de Kluwer Navigator, waarvan vaak geen pdf-versie bestaat. Dat is voor niemand goed, maar het systeem dwingt daartoe, nu Kluwer zich voor de lange readerovernames weer dubbel laat betalen.
De universiteiten betalen bijna € 2 miljoen per jaar voor losse fotokopieën
Met deze dubbele betalingen zijn we er nog niet. Voor de losse fotokopieën die studenten en medewerkers maken, betalen de Nederlandse universiteiten gezamenlijk ook nog eens € 2 miljoen per jaar aan de Stichting Reprorecht.7Op grond van haar marktaandeel komt uiteraard ook hiervan weer een aanzienlijk deel bij Kluwer terecht. Ook hier weer hetzelfde liedje: veel administratieve rompslomp om zeer bescheiden tot verwaarloosbare bedragen aan auteurs over te maken.
De universiteiten betalen de salarissen van de juridische auteurs
De meeste juridische boeken en tijdschriftartikelen die bij Kluwer verschijnen en worden afgenomen door de universiteiten worden geschreven door auteurs die in dienst zijn van diezelfde universiteiten. Ter illustratie: de afgelopen jaren verschenen er per jaar bij Kluwer ruim meer dan tweehonderd boeken, boekdelen en tijdschriftartikelen geschreven door auteurs verbonden aan de Leidse juridische faculteit. De universiteiten hebben dus al betaald voor de productie van de meeste juridische literatuur, waarvoor ze dus ook nog eens dubbel moeten betalen.
Open Access
Kluwer voert het meest restrictieve beleid van alle Nederlandse juridische uitgevers ten aanzien van het toestaan van plaatsing van pdf’s van artikelen in Open Access. In de meeste gevallen staat Kluwer dat gewoon niet toe. Het plaatsen van artikelen in Open Access is steeds gebruikelijker en een goede manier voor in het bijzonder jongere auteurs om hun bekendheid te vergroten.
Vragen
- Kluwer, wij vragen pdf’s beschikbaar te stellen in de Kluwer Navigator waardoor artikelen beter leesbaar worden en verwijzing naar paginanummers mogelijk wordt.
- Kluwer, wij vragen bij de prijsstelling voor de digitale Expert-titels voor de universiteiten rekening te houden met het feit dat deze grotendeels zijn geschreven door auteurs die aan dezelfde universiteiten werkzaam zijn en dus door dezelfde universiteiten al zijn betaald.
-
Kluwer, wij vragen toe te staan dat universitaire medewerkers hun artikelen direct of na verloop van een redelijke termijn, bijvoorbeeld drie maanden, in originele pdf-vorm in Open Access plaatsen.
-
Kluwer, wij vragen de maatregel terug te draaien die maakt dat het niet meer toegestaan is om langere overnames in readers en in elektronische leeromgevingen op te nemen zonder afzonderlijke betalingen via de Stichting PRO. Kluwer schiet weinig op met die maatregel, want men zal noodgedwongen uitwijken naar andere bronnen (niet van Kluwer) en overgaan tot linken naar de Navigator, hetgeen zowel voor studenten als docenten minder prettig is. Dit hangt deels samen met het ontbreken van de pdf’s en deels met het feit dat het vaak prettiger is om verschillende stukken als leerstof bij elkaar te presenteren. De readerinkomsten voor lange overnames zullen dus sowieso blijven dalen.
-
Kluwer, zullen we niet helemaal stoppen met de individuele repartitie van repro- en readergelden aan wetenschappelijke auteurs? De administratiekosten zijn ongetwijfeld hoog en de bedragen die individuele auteurs ontvangen in de meeste gevallen verwaarloosbaar. Kunnen we reader- en repro-inkomsten van wetenschappelijke publicaties van uitgever en auteurs niet allemaal in een pot stoppen en daar de vergoeding die universiteiten aan Kluwer betalen voor de Navigator en straks de Expert-titels mee verlagen? Of er andere nuttige dingen mee doen?
De essentie van het voorgaande kan in twee punten worden samengevat
a. Er is sprake van een niet-gerechtvaardigde stapeling van bij de juridische faculteiten in rekening gebrachte vergoedingen voor juridische teksten die voor een zeer groot deel door werknemers van deze faculteiten zijn geschreven.
b. Kluwer is te terughoudend bij het beschikbaar stellen van pdf’s en het toestaan van de plaatsing van pdf’s van artikelen in Open Access.
De vraag aan Kluwer is om aan deze praktijk een einde te maken.
- Prof. mr. D.J.G. Visser (Universiteit Leiden)
- Prof. mr. A.J. Akkermans (Vrije Universiteit)
- Prof. mr. M.V. Antokolskaia (Vrije Universiteit)
- Prof. mr. J.M. Barendrecht (Universiteit van Tilburg en HiiL)
- Prof. mr. S.E. Bartels (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. S.M. Bartman (Universiteit Leiden)
- Prof. dr. L.F.M. Besselink (Universiteit van Amsterdam)
- Prof. dr. K. Boele-Woelki (Universiteit Utrecht)
- Prof. mr. P.P.T. Bovend’Eert (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. C.G. Breedveld (Universiteit Leiden)
- Prof. mr. C.D.J. Bulten (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. D. Busch (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. A.G. Castermans (Universiteit Leiden)
- Prof. dr. P.B. Cliteur (Universiteit Leiden)
- Prof. mr. J.H. Crijns (Universiteit Leiden)
- Prof. dr. D.M. Curtin (Universiteit van Amsterdam)
- Prof. mr. Th.C.J.A. van Engelen (Universiteit Utrecht)
- Prof. mr. Ch. Gielen (Universiteit Groningen)
- Prof. mr. I. Giesen (Universiteit Utrecht)
- Prof. mr. drs. M. Haentjens (Universiteit Leiden)
- Prof. mr. T. Hartlief (Universiteit Maastricht)
- Prof. mr. J.J. van Hees (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. A.W. Hins (Universiteit Leiden)
- Prof. dr. A. A.H. van Hoek (Universiteit van Amsterdam)
- Prof. mr. S. van der Hof (Universiteit Leiden)
- Prof. mr. A.M. Hol (Universiteit Utrecht)
- Prof. mr. W.A. Hoyng (Universiteit Tilburg)
- Prof. mr. P.B. Hugenholtz (Universiteit van Amsterdam)
- Prof. mr. C.J.H. Jansen (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. H.B. Krans (Rijksuniversiteit Groningen)
- Prof. mr. M. W. Scheltema (Erasmus Universiteit)
- Prof. dr. J.W. Zwemmer (Universiteit van Amsterdam)
- Prof. mr. J.H.A. Lokin (Rijksuniversiteit Groningen)
- Prof. mr. W.D. Kolkman (Rijksuniversiteit Groningen)
- Prof. mr. C.A.J.M. Kortmann (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. S.C.J.J. Kortmann (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. M.J. Kroeze (Erasmus Universiteit)
- Prof. mr. drs. M.P. Nieuwe Weme (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. J.H. Nieuwenhuis (Universiteit Leiden)
- Prof. mr. A.J.M. Nuytinck (Erasmus Universiteit en Radboud Universiteit)
- Prof. mr. C.E. du Perron (Universiteit van Amsterdam)
- Prof.mr. J.A. Peters (Universiteit van Amsterdam)
- Prof. mr. J.E.J. Prins (Universiteit Tilburg)
- Prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick (Universiteit Utrecht)
- Prof. mr. T.A. de Roos (Universiteit Tilburg)
- Prof. mr. A.F. Salomons (Universiteit van Amsterdam)
- Prof. mr. R.J.B. Schutgens (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. J.L. Smeehuijzen (Vrije Universiteit)
- Prof. mr. G. van Solinge (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. J.M. Smits (Universiteit Maastricht)
- Prof. mr. J.B. Spath (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. P.M. Veder (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. H.L.E. Verhagen (Radboud Universiteit)
- Prof. mr. A.J. Verheij (Rijksuniversiteit Groningen)
- Prof. mr. D.W.F. Verkade (Universiteit Leiden / UvA)
- Prof. mr. L.C.A. Verstappen (Rijksuniversiteit Groningen)
- Prof. mr. F.M.J. Verstijlen (Rijksuniversiteit Groningen)
- Prof. dr. W.J.M. Voermans (Universiteit Leiden)
- Prof. mr. B. Wessels (Universiteit Leiden)
- Prof. mr. R.J.G.M. Widdershoven (Universiteit Utrecht)
- Prof. dr. M.Y.A. Zieck (Universiteit van Amsterdam)
- Prof. mr. G.J. Zwenne (Universiteit Leiden)
Prof. mr. D.J.G. Visser (d.j.g.visser@law.leidenuniv.nl) is hoogleraar intellectuele eigendomsrecht in Leiden, advocaat in Amsterdam en auteur bij Kluwer. De overige ondertekenaars zijn ook werkzaam (geweest) bij een Nederlandse universiteit en auteur (geweest) bij Kluwer. Een eerdere versie van deze tekst is door eerst ondergetekende besproken met de heer Frank Vrancken Peeters, CEO van Wolters Kluwer Nederland. Naar aanleiding daarvan zijn enkele correcties aangebracht. Vervolgens zijn tekstuele suggesties van verschillende ondertekenaars verwerkt. De huidige tekst is vóór de aanbieding ervan ter publicatie aan de redactie van NJB aan Vrancken Peeters gezonden, met de suggestie op het stuk, ná publicatie ervan in NJB, te reageren.
De reactie van Kluwer is hier te lezen.
1. SDU heeft naar verluidt een marktaandeel van tussen de 20 en 30%, de rest bij elkaar de resterende 10%.
2. In 2014 om precies te zijn € 970.793,- exclusief btw. Bron: Contract Surf (namens de universiteiten) / Kluwer uit november 2013, p. 10, bijlage B-a.
3. Bron: Jaarverslag Stichting PRO 2012, p. 12. Zie verder over Stichting Pro: www.stichting-pro.nl.
4. Bron: Jaarverslag Stichting PRO 2012, p. 12.
5. Bron: Contract Surf (namens de universiteiten) / Kluwer uit november 2013, p. 14, art. 1.13, laatste punt.
6. ‘De reguliere facturatie van titelspecifieke readergelden kent een dramatische krimp. In 2012 is er € 1,1 miljoen gefactureerd aan titelspecifieke readergelden (2011: € 1,9 miljoen)’, Jaarverslag Stichting PRO 2012, p. 12.
7. Bron: Jaarverslag Reprorecht 2012, p. 12. Zie verder over Stichting Reprorecht: www.reprorecht.nl.