De corona toespraak van premier Rutte was indrukwekkend. Zijn boodschap indringend. Volg de aanwijzingen op, ook als u sterk en gezond bent, in het belang van mensen die kwetsbaarder zijn. De boodschap was intenser dan zijn eerdere oproep om niet te hamsteren. Hopelijk slaagt het herhaalde en versterkte beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel van de Nederlandse bevolking.
Want hoewel de meeste mensen deugen, ook in tijden van crisis, zien we lege schappen in supermarkten. In de gezondheidszorg worden noodzakelijke mondkapjes voor het twintigvoudige van de prijs aangeboden. Dit maakt de vraag relevant of in de 21ste eeuw het beroep op redelijkheid en eigen verantwoordelijkheid misschien toch ondersteuning kan gebruiken van meer paternalistisch ordenend overheidsoptreden uit het midden van de 20ste eeuw.
Na de Tweede Wereldoorlog moesten ge- en verboden uit die oorlog vanwege schaarste in stand blijven. Daarnaast deed de overheid zich sterker dan voorheen gelden op economisch en sociaal gebied. Dit leidde tot de invoering van de Wet op de Economische Delicten (WED). Via de WED werd handelen uit andere economische wetten strafbaar gesteld. Tegenwoordig lees je vaak over strafbaar handelen op grond van de Wet op het financieel toezicht, de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme en de Sanctiewet. De WED kent evenwel ook andere minder bekende wetten. Soms komt in die wetten de term 'noodwet' voor. Zoals in de Noodwet financieel verkeer, de Noodwet voedselvoorziening, de Prijzennoodwet en de Noodwet Gezondheidszorg.
De term ‘noodwet’ wordt gebruikt voor wetgeving in geval van 'buitengewone omstandigheden'. Wanneer sprake is van buitengewone omstandigheden is niet specifiek omschreven, maar betreft een bestuurlijk weegproces van concrete gebeurtenissen die niet meer met gewone middelen tegemoet getreden kunnen worden maar noodzaken tot het toepassen van buitengewone bevoegdheden. Via deze noodwetten kan snel worden overgegaan tot wetgeving om ongewenst gedrag tegen te gaan. De bepalingen in de noodwetten kunnen namelijk via het afkondigen van een algemene of beperkte noodtoestand op voordracht van de Minister-President met een Koninklijk Besluit in werking treden.
De vraag die opkomt is of de gevolgen van het corona-virus kwalificeren als dergelijke 'buitengewone omstandigheden', zodat een aantal noodwetten, of een deel van de bepalingen daaruit, kunnen worden toegepast. Wellicht om daarmee het 'hamsteren' een halt toe te roepen, via bijvoorbeeld artikel 6 van de Noodwet voedselvoorziening op basis waarvan regels kunnen worden gesteld over het voorhanden en in voorraad hebben van bepaalde (voedings-)producten of de Hamsterwet zelf die verdergaat dan enkel voedsel. Niet-naleving is vervolgens strafbaar gesteld via de WED.
De regering lijkt te menen dat op dit moment van dergelijke buitengewone omstandigheden sprake is. Deze term wordt namelijk ook gehanteerd om het mogelijk te maken zendtijd en faciliteiten te vorderen van de publieke omroep op grond van artikel 6.26 van de Mediawet. Dus Nederland wees sociaal, let een beetje op elkaar en anders is er nog altijd het strafrecht als ultieme remedie, al helpt dit helaas niet tegen het virus.
Frederike Ahlers & Jan Leliveld, advocaten bij Van Doorne, Amsterdam
Afbeelding: Lege planken in AH Delft, Ymblanter / CC BY-SA (https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0)