Niveau Beroepsopleiding is voor goede advocaat-stagiaire haalbaar

Recent zijn er enkele kritische artikelen gepubliceerd op de website van het blad Mr. en op het blog van het NJB van de hand van mr. T. Knijp, een aanbieder van bijlessen voor advocaat-stagiaires die de Beroepsopleiding Advocaten volgen en volgens hem in de problemen komen. 

In de kern komt het betoog van mr. Knijp erop neer dat hij van oordeel is dat de Beroepsopleiding te pittig is, dat de werkelijkheid van de advocatuur zodanig is dat stagiaires die werkzaam zijn op kantoren zoals op de Zuidas achtergesteld zijn, dat examens arbitrair worden nagekeken en dat er fouten in de tentamenvragen staan, om tot slot te concluderen dat de regel three-strikes-you’re-out onevenredig is.

De Beroepsopleiding is een opleiding van de Nederlandse orde van advocaten en is bedoeld om de advocatuur een kwaliteitsimpuls te geven over de gehele breedte. Dat betekent dat de opleiding voor iedereen gelijk is, en dat dus niet relevant is of men eenpitter is, of in loondienst werkzaam bij een patroon die geïnteresseerd is in de opleiding van zijn of haar stagiaire, en op de hoogte is van de stand van zaken, waaronder de kwaliteit en intensiteit van de opleiding, en het dus ook niet relevant is of de betreffende stagiaire al dan niet werkzaam is op een kantoor zoals op de Zuidas.

Knijp herhaalt enige malen dat veel van de oude garde nog denkt in termen van de oude Beroepsopleiding, die tamelijk vrijblijvend was, en in elk geval minder intensief. Dat daaraan vervolgens een argument wordt ontleend om de opleiding te vereenvoudigen en minder intensief te maken, zodat de stagiaire inderdaad in zijn kantoor een topprestatie kan leveren en steeds voor de praktijk beschikbaar is, is merkwaardig.

Beter ware het die zittende garde te informeren over de eisen die aan de stagiaires in de opleiding worden gesteld. Daarnaast wordt als argument gebruikt dat de stagiaires op de Zuidas zich specialiseren in fusies en overnames, en niet zijn geholpen bij een brede scholing zoals voorgestaan in de Beroepsopleiding.

Als men zich als advocaat wil presenteren dan hoort daar ook bij dat men een gedegen beroepsopleiding volgt. Dat is niet in de laatste plaats ook in het belang van de stagiaire zelf, omdat het bepaald geen vanzelfsprekendheid is dat men zijn gehele professionele bestaan aan een kantoor aan de Zuidas doorbrengt.

Er is commentaar op de wijze van nakijken van toetsen, namelijk dat daar een arbitrair element in zit. Het is juist dat de corrector enige mate van discretionaire bevoegdheid heeft. Die zou eigenlijk nog wel wat groter mogen zijn, in die zin dat er ook mag worden afgeweken van het standaardantwoord wanneer de kandidaat een antwoord formuleert dat mogelijk niet voorzien is, maar toch blijk geeft van voldoende creativiteit die langs andere weg tot een correcte beantwoording leidt. En in feite is dat iets waar de auteur ook geen bezwaar tegen heeft.

Dat er fouten worden gemaakt bij het formuleren van vragen is een feit. Het blijft mensenwerk, maar het gaat om uitzonderingen. Om daar aan vervolgens de conclusie te verbinden dat de regel three-strikes-you’re-out onevenredig is en moet worden opgeschort gaat op zijn beurt weer te ver. Op basis van incidenten is het niet aangewezen een op zichzelf aanvaardbare regel op te schorten of af te schaffen.

Ik benadruk daarbij dat de three-strikes-you’re-out regel ook onder de oude Beroepsopleiding gold; wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. Verder is er geen indicatie dat de regel nu vaker wordt toegepast dan het geval was in de Beroepsopleiding oude stijl.

De auteur heeft een punt waar hij stelt dat de indruk bestaat dat de universitaire opleiding dunnetjes wordt overgedaan. Helaas blijkt dat op onderdelen pure noodzaak. Terecht wordt aandacht gevraagd voor een meer op de uitoefening van de professie toegesneden examinering. Dat punt heeft al enige tijd de aandacht van de examencommissie en daar wordt hard aan gewerkt.

Naar het mij voorkomt kan worden gesteld dat de Beroepsopleiding pittig is. Dat deze té pittig is kan niet worden aangetoond op basis van cijfermateriaal. De slagingspercentages voor de examens zijn hog en constant. De definitieve uitval uit de BA is zeer beperkt.

Wel is er bij sommige stagiaires sprake van overbelasting doordat de praktijk veel van hen vraagt. Wij geven er de voorkeur aan te bepleiten dat binnen de praktijkvoering voldoende ruimte wordt geboden voor de noodzakelijke opleiding. Daar ligt een verantwoordelijkheid voor de patroons, waarvan wij zien dat die doorgaans goed wordt genomen.

 

Prof. Mr. G.P.M.F. Mols is voorzitter van de examencommissie Beroepsopleiding Advocaten.

 

Dit stuk is een reactie op de eerder door Tom Knijp geschreven blogs 'Beroepsopleiding advocatuur te zwaar?' en 'Schort tijdelijk de three strikes out-regel in de Beroepsopleiding Advocaten op'. Knijp heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt hieronder te reageren.

Over de auteur(s)