Moet minister Grapperhaus van Justitie opstappen?

Wat heeft de discussie over de positie van minister ­Grapperhaus nou eigenlijk opgeleverd? Een spijt betuigende minister die mag blijven zitten nadat een fotograaf vanuit de bosjes had vastgelegd dat ook een minister op zijn bruiloftsfeest zich op een grappig moment niet aan de regels hield? En een Tweede Kamer die zich door een snikkende minister het bos in liet sturen met de boterzachte toezegging dat nog eens naar de vermelding van de 1,5 meter-overtreding in het strafregister van de overtreder ‘gekeken’ zal worden.

En toen kwam in een uitzending van Buitenhof onze zeer gerespecteerde oud-president van de Hoge Raad nog even de dolkstoot uitdelen, alsof het om een ernstig ambtsmisdrijf ging. De minister moest zich wel terug­trekken omdat die zware overtreding altijd aan hem bleef kleven, was het argument. Waarom mogen dan wel de koning en koningin blijven zitten, die een vakantiefoto verspreidden waarop te zien was dat zij de afstandregel evenmin in acht namen ten opzichte van een plaatselijke restauranthouder?

Neen, de discussie ging over de verkeerde vraag: aan de orde was niet of deze minister zich ook aan de voorgeschreven afstand moest houden en of deze minister al dan niet minister kon blijven. Iedere beginnend jurist weet dat je een samenleving niet moet opzadelen met een nauwelijks te handhaven gedragsregel en die voorzien van een torenhoge boete. Ook de samenleving – u weet wel die burgers met een eigen verantwoordelijkheid – had al eerder aangegeven dat dit niet de weg was. Wij hebben geen demonstraties tegen politiegeweld, maar wel tegen de sanctionering van zoiets belachelijks als de overtreding van de afstandregel. Als onze liberale premier zo trots en nadrukkelijk een beroep doet op de ‘eigen verantwoordelijkheid van onze burgers’ waarom heeft hij dan ingestemd met die zware sanctionering alsof het een ernstig misdrijf betreft? De BOA’s gaan daar soepel mee om, zei de premier. De samenleving, die toch al moeite heeft met dominant overheidsgezag, begint zich eindelijk te roeren. Welk kabinet kan dit signaal negeren?

En de minister die de fout inging door zijn schoonmoeder te knuffelen? Die mag rustig blijven zitten. Laten we trots zijn op een minister die, veel belangrijker, ook in persoon ernst maakt met de ‘rechtsbescherming’ van een verdachte, zelfs als die in een Thaise gevangenis zit (zoals een coffeeshophouder uit Terneuzen overkwam). Het was deze minister die persoonlijk naar Thailand afreisde om met zijn Thaise ambtgenoot te overleggen, in feite om een als ‘foutief’ bestempeld rechtshulpverzoek van het Openbaar Ministerie recht te breien. De man mag nu na vijf erbarmelijke jaren in een Thaise gevangenis zijn straf in eigen land uitzitten. Ooit zo’n doortastende minister gezien? Over ‘geloofwaardigheid’ gesproken. Zo’n minister mag van mij tien keer zijn schoonmoeder knuffelen,
coronabestendig of niet.

 

Deze Opinie verschijnt in NJB 2020/2169, afl. 32. Prof. mr. T.M. Schalken is emeritus hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

 

Afbeelding: Hanno Lans / CC BY

Over de auteur(s)
Tom Schalken
Emeritus hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht