Benoemingen tot Minister van Staat komen maar eens in de zoveel jaren voorbij en zij hebben een tamelijk exclusief karakter. Wie komen ervoor in aanmerking en wat doet zo’n minister eigenlijk? Het zijn onder andere deze vragen die Evert-Jan Govaers in zijn dissertatie nader onderzoekt. Tot op heden is naar de benoemingen tot en de rol van Ministers van Staat nog geen samenhangend wetenschappelijk onderzoek gedaan, terwijl deze staatkundige ‘figuur’ al meer dan tweehonderd jaar als een rode draad door ons staatsbestel loopt. In deze studie wordt de Minister van Staat vanuit zowel constitutioneel-historisch als rechtswetenschappelijk perspectief bekeken. Daarbij is aan de hand van literatuur- en bronnenonderzoek, interviews en verzameling van data over benoemingen geanalyseerd welke ontwikkeling het ministerschap van Staat heeft doorgemaakt en wat het ministerschap op dit moment feitelijk behelst. Ook wordt besproken hoe origineel de Minister van Staat eigenlijk is. Wat onder meer blijkt is dat de verschillende staatshoofden, van Willem I tot en met Beatrix, ieder op hun eigen manier omgingen met benoemingen tot Minister van Staat en soms ook een doel hadden met de benoemingen. Door middel van rechtsvergelijking is onderzocht of andere landen ook een (soortgelijke) Minister van Staat kennen. Het doel van dit onderzoek is inzicht te verschaffen in een nogal eens als vaag en schimmig aangeduid ministerschap. Maar dat het ministerschap van Staat meer behelst dan alleen een (ere)titel en de rol die deze ministers als zodanig hebben gespeeld, blijkt uit illustere voorgangers als Van Hogendorp, Thorbecke en Van der Stoel. Govaers promoveerde op 17 april 2024 als buitenpromovendus aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden.
Zijn promotor was prof. dr. W.J.M. Voermans.
Evert-Jan Govaers
Ministers van Staat. Onbekend en bemind; van podium naar de coulissen?
Uitgeverij Verloren 2024, 166 p., € 25
ISBN 978 94 6455 101 3