Laat scheiding kerk en staat geen beletsel zijn voor zoektocht naar huisvesting van kerken

De Amsterdamse wethouder van Sociale Zaken vindt dat het geen overheidstaak is om in de gebiedsontwikkeling in religieuze huisvesting te voorzien. Maar gemeenten moeten wel degelijk rekening houden met de ruimtelijke randvoorwaarden voor het bouwen en functioneren van kerken of andere gebedshuizen.

Kerken in Amsterdam hebben de noodklok geluid. Er is te weinig huisvestingsruimte. Dat gebrek raakt vooral – veelal christelijke – migrantenkerken in stadsdeel Zuid-Oost, zoals de Maranatha Community Transformation Center (MCTC of Maranathakerk). In een spoeddebat hierover op 19 maart in de Amsterdamse gemeenteraad deelde wethouder Rutger Groot Wassink van Sociale Zaken mee niet mee te werken aan een oplossing voor het huisvestingsprobleem. Hij refereerde hierbij aan de scheiding van kerk en staat en vervolgde: ‘Ik vind het geen overheidstaak om in de gebiedsontwikkeling in religieuze huisvesting te voorzien.’ Dat is toch wat al te boud gesteld.

Het beginsel van scheiding van kerk en staat komt erop neer dat de staat, kerken en andere instellingen op godsdienstige grondslag zelfstandig functioneren. Zij hebben kortgezegd geen zeggenschap over elkaars organisatie op institutioneel en inhoudelijk terrein. Daar komt voor de overheid bij dat zij kerkgenootschappen gelijk moet behandelen. Zij moet neutraal ofwel onpartijdig zijn. Zo bezien zijn gemeenten (inderdaad) niet verantwoordelijk voor de instandhouding, ondersteuning of bevordering van een actief kerkenbestand, laat staan dat zij daartoe verplicht zijn.

Daar staat tegenover dat gemeenten wel degelijk rekening moeten houden met de ruimtelijke randvoorwaarden die nodig zijn om het bouwen en functioneren van kerken of andere gebedshuizen mogelijk te maken. Legitieme, nota bene grondrechtelijke, belangen van kerkgemeenschappen mogen daarvan niet reeds bij voorbaat worden uitgesloten. Daarnaast kan het eenvoudigweg verstandig zijn om rekening te houden met die belangen en het gesprek daarover aan te gaan. Daar is het de migrantenkerken toch voornamelijk om te doen, in elk geval als eerste stap. Daarvoor vormt het beginsel van scheiding van kerk en staat geen enkel beletsel.

Het bevreemdt dan ook dat de wethouder de behoefte voor huisvesting kennelijk – om principiële redenen zo lijkt – niet in kaart wil brengen en evenmin huisvesting wil opnemen in de omgevingsplannen. Het is logisch en begrijpelijk dat de wethouder zegt in gesprek te blijven met MCTC om in ieder geval een oplossing te vinden voor de maatschappelijke activiteiten, maar dat alleen is niet voldoende. Verder is het opmerkelijk dat de wethouder wel de bouw van de ‘prachtige’ Westermoskee roemt met als toevoeging ‘maar dat is helemaal particulier gedaan’. Aangenomen mag immers worden dat ook de migrantenkerken het ‘helemaal particulier’ willen doen in de zin van financiering en organisatie. Daarnaast zal de Westermoskee niet in het wilde weg hebben gebouwd en zal er tenminste rekening zijn gehouden met omgevingsrechtelijke randvoorwaarden en eisen.

Wat hier in Amsterdam gebeurt, gebeurt ook wel elders. De scheiding van kerk en staat wordt aangehaald door lokale overheden zodra religie om de hoek komt kijken. Vaak (deels) ten onrechte. Dit is precies de reden dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken het ‘Tweeluik religie en publiek domein’ uitbrachten in 2019;1 voor een meer ontspannen verhouding tussen overheid en religieuze organisaties. Bijvoorbeeld burgemeester Halsema geeft daaraan uitdrukking door de initiatiefnemers van de kerkelijke brandbrief uit te nodigen voor een gesprek begin april.2 Ook de gemeenteraad laat het er niet bij zitten. Een motie van CDA, PvdA en GroenLinks ‘om voldoende oog te hebben voor religieuze organisaties en hier voor de zomer op terug te komen’ werd breed aangenomen, met maar zes stemmen tegen. Een andere motie van CDA-fractievoorzitter Havelaar voor het realiseren van een zogenoemd ‘house of one’ – een gebouw waar verschillende geloven de ruimte delen – kreeg dezelfde meerderheid mee. Zo kan het dus ook. In de woorden van Havelaar: ‘We hebben de wethouder liefdevol weer op het juiste pad gezet.’3

Nu zien of het allemaal wordt waargemaakt voor de zomer. Het afstoffen en actualiseren van de collegenotitie over kerk en staat uit 2008 door het gemeentebestuur kan daaraan bijdragen. 

 

Dit artikel is gepubliceerd in NJB 2025/754, afl. 14

 

Afbeelding: Dienst in de Maranatha Community Transformation Center (MCTC) in Amsterdam Zuid-Oost © ANP / Hollandse Hoogte / Joris van Gennip

 

Noten

1 Tweeluik Religie en publiek domein, Handvatten voor gemeenten over de scheiding van kerk en staat, BZK/VNG 2019.

2 ‘Amsterdamse kerken strijden voor hun gebouwen. “Geloven hoort niet achter de voordeur. Wij zijn een waarde in de stad”’, NRC 23 maart 2025.

3 ‘Amsterdam gaat na aangenomen motie tóch kijken hoe het kerken kan huisvesten’, Het Parool 4 april 2025.