‘Kerngezin’

Zowel het voorstel voor de Asielnoodmaatregelenwet als dat voor de Wet invoering tweestatusstelsel heeft tot doel de asielinstroom en het aantal nareizigers te verminderen. Een centrale maatregel in dit verband is het beperken van de nareis tot het zogenoemde ‘kerngezin’. Dit zou onder meer inhouden dat ongehuwde partners, meerderjarige kinderen en pleegkinderen hier niet voor in aanmerking komen. ‘Kerngezin’ betekent aldus gehuwde ouders en minderjarige (niet-pleeg-)kinderen.

Volgens het recente advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is deze maatregel ‘in algemene zin juridisch toelaatbaar’.1 Dit omdat de uitgesloten groepen niet dwingend onder het begrip ‘gezinslid’ uit de Gezinsherenigingsrichtlijn vallen. Ook artikel 8 EVRM vormt niet direct een obstakel, althans in die zin dat het recht op eerbiediging van het gezins- en familieleven ‘niet tot het afgeven van een bepaalde vergunning of het inrichten van een gunstigere procedure’ verplicht.2 Niettemin, aldus de Afdeling, kan de maatregel in sommige gevallen discriminatoir uitvallen, bijvoorbeeld als het in het land van herkomst niet mogelijk is om te huwen, omdat homoseksualiteit daar niet erkend wordt of zelfs strafbaar is.

De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) merkt in haar reactie op de wetsvoorstellen op dat de focus op het kerngezin afwijkt van bestaande uitgangspunten (al van voor de Gezinsherenigingsrichtlijn). Die zagen nu juist op aansluiting bij de gezinsbanden die door artikel 8 EVRM en artikel 7 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie worden beschermd, zoals ook blijkt uit de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 29 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).3 Ook werd destijds verwezen naar het UNHCR handbook, waarin wordt aanbevolen gezinshereniging niet te beperken tot het kerngezin. ‘[T]he principle of family unity operates in favour of dependants, and not against them’, lezen we daar (in par. 185).

Is het kerngezin aan een opmars bezig? Je zou het haast denken. Wie deze term op overheid.nl zoekt in de officiële bekendmakingen vindt daar in de afgelopen jaren een flinke toename aan verwijzingen. Waren er in de documenten van de vergaderjaren 1996-1997 tot en met 2020-2021 in totaal 142 verwijzingen te vinden – gemiddeld nog geen 7 per jaar –, zijn er dat in de periode sinds vergaderjaar 2021-2022 maar liefst 156 (gemiddeld 39, en dit vergaderjaar is nog niet voorbij). Overigens zou je kunnen denken dat het hier (intussen) om een officiële wettelijke term gaat, maar in de wettenbank levert een zoektocht in ‘alle soorten regelingen’ geen enkele hit op.

In haar recente boek De mythe van het gezin (Pluim 2024) laat historicus en onderzoeker Lotte Houwink ten Cate zien dat dat kerngezin inderdaad pas relatief kort bestaat. Uiteraard niet pas sinds enkele jaren, maar het is voor haar wel aanleiding vraagtekens te zetten bij de ‘sociale norm’ met ‘reële consequenties’ waartoe dit ‘culturele ideaal’ is verworden. Met name als het gaat om de manier waarop wij onze samenleving inrichten maar bijvoorbeeld ook bij belastingen. Dat ideaal heeft bovendien juist steeds minder van doen met de realiteit van de diverse manieren waarop we samenleven. In het licht van dat laatste kan ook de uitkomst van het recente WODC-onderzoek Gezinsmigratie 3.0 worden gezien.4 Daarin wordt juist ook voor het migratierecht gepleit voor een dynamische opvatting van het begrip gezin (zie ook NJB 2025/182).

Maar het gaat hier niet alleen om migratiekwesties. Een ander voorstel waarin het ‘kerngezin’ terugkomt, is dat uit 2023 tot het opnemen in de Grondwet van een ‘recht op gezinsleven’. Volgens de Memorie van Toelichting ‘neemt het kerngezin van de ouder of ouders en hun minderjarige kinderen een bijzondere, exclusieve plaats in’.5 Doel van het voorstel is door middel van het in de Grondwet opnemen van het gezin, de taak van de overheid – en met name de wetgever – om op te komen voor de klassieke en sociale rechten van het gezin te verankeren.

Tegen de achtergrond van de toeslagenaffaire of bijvoorbeeld de problemen in de jeugdzorg, lijkt dit geen gek idee. Toch gaf de Afdeling advisering van de Raad van State afgelopen voorjaar ook dit voorstel een ‘C’, niet in de laatste plaats vanwege de gekozen definitie van ‘gezin’. Zo sluit ook dit voorstel niet aan bij artikel 8 EVRM, door de nieuwe grondwetsbepaling bewust te beperken tot ‘gezinsleven’ (en niet ook ‘familieleven’). Waar indiener Kamerlid Stoffer (SGP) zegt zich te richten op de CBS-definitie, volgens welke het gezin wordt gezien als ‘een particulier huishouden dat bestaat uit een al dan niet gehuwd paar met thuiswonende kinderen of een alleenstaande ouder met thuiswonende kinderen’, doet het verkiezingsprogramma van zijn partij een andere voorkeur vermoeden.

Het lijkt hier te gaan om twee heel verschillende thema’s: enerzijds migratierecht en gezinshereniging, en anderzijds de bescherming van het gezin als onderdeel van ons fundamentele, grondwettelijke bestel. Toch komen ze tegenwoordig niet zelden nadrukkelijk samen, en wel in de plannen en retoriek van radicaal-rechtse partijen en autoritaire leiders. Die richten zich immers niet alleen op het verminderen van migratie, maar ook op het promoten van een cultureel-conservatief ideaal, dat op sociale media de vorm aanneemt van tradwives en Andrew Tate-achtige figuren, en door AI gegenereerde beelden van hoogblonde gezinnen. De Alternative für Deutschland, die hoge ogen lijkt te zullen gooien bij de Duitse parlementsverkiezingen, heeft in verschillende deelstaten al eens voorgesteld het kinderen-krijgen te bevorderen door het heteroseksuele kerngezin per kind tienduizend euro te geven.6 ‘Het kerngezin zou eenzaamheid tegengaan, een terugkeer betekenen naar “alles wat vroeger goed was” en het geboortecijfer doen stijgen’, aldus Houwink ten Cate. Een term die argwaan verdient dus.  

 

Dit Vooraf wordt gepubliceerd in NJB 2025/363, afl. 7

 

Afbeelding: ©istock

 

Voetnoten

1 Advies Afdeling advisering Raad van State van 5 februari 2025, W03.24.00362/II (p. 14) en W03.24.00364/II (p. 18).

2 Ibid.

3 NOvA Advies Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis, 2 december 2024, p. 8.

4 Gezinsmigratie 3.0

5 Kamerstukken II 2023–2024, 36459, nr. 3 (Memorie van Toelichting).

6 Het radicaal-rechtse AfD focust zich bij de verkiezingen op jongeren. 'Sociale media zijn overspoeld door fascho’s' - NRC

Over de auteur(s)
Ingrid Leijten
Hoogleraar Nederlands en Europees constitutioneel recht aan Tilburg University