Het taakstrafverbod: onnodige wetgeving

De eerste taakstraffen in Nederland zijn op 8 december 1971 opgelegd aan drie ijzervlechters die na een verkeersruzie een bromfietser een gebroken neus sloegen. Bijna 50 jaar later en honderdduizenden taakstraffen verder is het wetsvoorstel tot uitbreiding van het taakstrafverbod door de Tweede Kamer aangenomen. In het voorstel wordt het taakstrafverbod voor geweld- en zedenmisdrijven uitgebreid naar – kort gezegd – alle algemene vormen van (zware) mishandeling gericht tegen personen met een publieke taak. Het voorstel ligt op het moment van schrijven voor voorbereidend onderzoek bij de Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid.

De behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer en de stemming daarover vielen bijna naadloos samen met de avondklokrellen van 23-26 januari 2021. Het zal lastig zijn geweest om deze gebeurtenissen niet (te veel) leidend te laten zijn bij de beraadslaging en de stemming over het wetsvoorstel. Dat klemt, omdat de stemming over het wetsvoorstel en over sommige amendementen niet eenduidig was.  Zo werd bijvoorbeeld een amendement waarin werd voorgesteld om binnen het taakstrafverbod een taakstraf ook met een voorwaardelijke gevangenisstraf mogelijk te maken met een minimale meerderheid van 75-74 verworpen. Een voorstel dat ook in de wetsgeschiedenis en de literatuur uit verschillende hoeken meerdere keren werd gedaan. 

Voordat de uitbreiding van het taakstrafverbod – tegen vele adviezen in onverhoopt wet wordt, is het de hoogste tijd voor herbezinning. In de bijlage bij dit blog – een voorpublicatie van een artikel dat in juni in Sancties zal verschijnen – geef ik handvatten voor die herbezinning en betoog ik dat het taakstrafverbod in de straftoemetingspraktijk van de strafrechter onnodig is en daarom niet moet worden uitgebreid, maar moet worden afgeschaft. Aan de hand van voorbeelden vanaf de werkvloer bespreek ik waar het taakstrafverbod een optimale straftoemeting in de weg staat en laat ik zien dat de voorgestelde uitbreiding van het taakstrafverbod die optimale straftoemeting onnodig verder weg zal brengen.

Voor het geval de afschaffing van het taakstrafverbod een brug te ver is, introduceer ik als alternatieve tussenoplossing het dringend taakstrafadvies. Een richtinggevend wettelijk advies aan de strafrechter om in bepaalde gevallen géén taakstraf op te leggen, waarvan de strafrechter alleen kan afwijken als hij daar in het vonnis in het bijzonder de redenen voor geeft. Zowel een afschaffing van het taakstrafverbod als de tussenoplossing leiden tot een beter evenwicht tussen de wetgever en strafrechter. Vooral dan kan de taakstraf blijven bijdragen aan een optimale straftoemeting waarbij de belangen van verdachte, slachtoffer en maatschappij worden gediend. 

Over de auteur(s)
Jacco Janssen
Mr. J.H. Janssen is senior (straf)rechter A