Het proefschrift van Elke Olthuis beoogt inzicht te verschaffen in de rol die persoonlijke attitudes spelen in het professionele rechterlijke besluitvormingsproces. Het bouwt voort op (i) inzichten uit de rechtstheorie over het menselijke element van rechterlijke besluitvorming en over rechterlijke onpartijdigheid, en (ii) wat bekend is uit psychologisch onderzoek over de rol die persoonlijke houdingen spelen in de dagelijkse besluitvorming. Op basis van deze theoretische perspectieven kan worden beargumenteerd dat empirisch onderzoek naar de rol van persoonlijke attitudes van rechters in hun besluitvorming ontbreekt.
Er werden 77 semigestructureerde interviews gehouden met Nederlandse rechters in eerste aanleg van drie verschillende arrondissementsrechtbanken en uit alle rechtsgebieden. De resultaten suggereren dat de meeste rechters denken dat ze, tenminste tot op zekere hoogte, hun persoonlijke attitudes kunnen scheiden van hun professionele rechterlijke besluitvormingsproces. De meest genoemde verklaring waarom rechters dit vermogen hebben is bewustwording. Participanten beschreven ook hoe ze verschillende instrumenten inzetten om de invloed van persoonlijke attitudes te beperken, zoals overleggen met collega’s en afstand nemen. De resultaten van deze interviews gaven ook inzicht of rechters een conflict ervaren tussen hun persoonlijke houdingen en hun onpartijdigheid, en zo ja, hoe. Het blijkt niet vaak voor te komen dat rechters zich verschonen vanwege (interne) conflicten met persoonlijke attitudes. In plaats daarvan wordt verschoning doorgaans gedaan op basis van externe conflicten (bijvoorbeeld een vorige baan, relaties of woongebied) die twijfel kunnen creëren over de onpartijdigheid van rechters. Participanten beschrijven zelf hun neiging om voorrang te geven aan externe conflicten boven interne conflicten met persoonlijke attitudes.
Naast interviews werd er een experimentele vignette studie uitgevoerd om te onderzoeken of, in een experimentele setting, attitudes aanwezig zouden zijn wanneer rechters uitspraak doen in een fictieve zaak en of dit een direct effect heeft op de beslissingsuitkomst. De resultaten laten zien dat participanten, wanneer ze werden toegewezen aan de categorisatie conditie (waarin een manipulatie was geplaatst), de verdedigende partij categoriseerden op basis van religie en een meer positieve houding hadden ten opzichte van de verdedigende partij. Deze verschillen hadden echter geen directe invloed op de uitkomst van de beslissing. Dit bevinding nuanceert de verwachting dat persoonlijke houdingen een directe invloed zouden kunnen hebben op de uitkomst van het professionele rechterlijke besluitvormingsproces.
Concluderend worden er vier belangrijke implicaties beschreven. Ten eerste signaleren participanten zelf bepaalde attitudes. Ten tweede denken de meeste deelnemende rechters dat rechters, in ieder geval tot op zekere hoogte, hun persoonlijke attitudes kunnen scheiden van hun besluitvormingsproces. Ten derde is verschoning zelden gebaseerd op interne conflicten door persoonlijke attitudes maar gebeurt dit eerder door externe conflicten. Ten vierde waren persoonlijke attitudes aanwezig in het professionele besluitvormingsproces in de experimentele vignette studie, echter leken ze geen direct effect te hebben op de uitkomst van de beslissing.
Dit proefschrift onderstreept het belang van persoonlijke attitudes in de rechterlijke besluitvorming, terwijl het tegelijkertijd een complexer beeld schetst van hun rol. Dit onderzoek opent een kritisch gesprek over het erkennen en aanpakken van het menselijke element in gerechtelijke redeneringen, met als doel het rechterlijk proces te bevorderen om te zorgen dat dit proces zo eerlijk en onbevooroordeeld is als menselijkerwijs mogelijk is.
Promotores zijn: prof. mr. dr. Jonathan Soeharno, dr. N. Doornbos en prof. dr. Frenk van Harreveld.
Elke H. Olthuis
Het menselijk element in rechterlijke besluitvorming: De rol van persoonlijke attitudes