Het jaar van de Unicorn en voorheen de acceptgiro

De belastingdienst heeft in 2022 een recordbedrag van € 307 miljard binnengeharkt, zo blijkt uit zijn jaarrapportage 2022.1 Het had nog € 17,3 miljard meer kunnen zijn, want het MKB moet nog € 11 miljard aan (fiscale) coronasteun terugbetalen en grote ondernemingen nog € 6,3 miljard.

€ 325 miljard aan belastingen en premies: dat is ongeveer een derde van ons bruto binnenlands product (bbp). Ook dat bbp is heel interessant, want Nederland treedt dit jaar toe (of is misschien al toegetreden) tot de selecte club van publieke unicorns: Nederland wordt dit jaar de vijfde EU-lidstaat en het 17e land wereldwijd met een economie groter dan € 1 biljoen (€ 1.000 miljard). Binnen de EU zijn alleen de Duitse, Franse, Italiaanse en Spaanse economieën groter. Buiten de EU zijn de grootste unicorns de VS (bbp ruim € 20 biljoen) en China (bbp € 15,5 biljoen).

Bij 17,86 miljoen medelanders is dat een bbp per hoofd van bijna € 56.000. Daarmee zijn we niet het rijkste land ter wereld (daarvoor moet men in Monaco, Liechtenstein, Bermuda of Luxemburg zijn, maar ook in Ierland en Zwitserland), maar misschien wel meteen de rijkste van de 17 unicorns, rijker nog dan de VS; dat valt pas na afloop van 2023 te zeggen. Minpuntje is dat we ook een staatsschuld van € 560 miljard hebben: € 31.350 per inwoner, maar daarmee zitten we beneden de EU-richtlijn van 60% van bbp en vér beneden de staatsschuld/bbp-verhouding van de VS (128%) en van veel andere landen, met op de schuldentop Japan (260%). Dat belooft wat, nu de rente stijgt en de Republikeinen een meerderheid hebben in het Huis.

Terug op microniveau in het vaderland blijken we in 2023 nóg een mijlpaal te bereiken, die weemoedig stemt. De acceptgirokaart houdt op te bestaan. De belastingdienst meldt dat hij op 5 april 2023 zijn laatste heeft verstuurd. Het is te hopen dat de ontvanger zich dat heeft gerealiseerd en hem heeft ingelijst in plaats van betaald.

Problematische schulden doen zich niet alleen op mondiaal niveau voor. Zoals bleek, is er achterstand in de terugbetaling van coronasteun, en de ‘Stella-teams’ van de belastingdienst – ingesteld na de toeslagentoestand - hebben wat te stellen met belastingplichtigen met complexe (schulden)problematiek in ‘schrijnende’ omstandigheden. Gelukkig liep in 2022 ook een programma ‘Inlevend Invorderen’, al kwamen daar kennelijk alleen kleine ondernemers voor in aanmerking. De vraag rijst hoe men ‘inlevend’ invordert. Misschien staat er “Wij leven met u mee!” in de aanhef van het dwangbevel. De jaarrapportage vermeldt dat “de invorderaar (…), voordat een dwangbevel wordt verzonden, telefonisch contact op(neemt) met de ondernemer en (…) hem alternatieven aan(biedt),” maar niet welke ‘alternatieven’ voor betalen er zoal bestaan.

Fascinerend is het in 2022 gestarte programma ‘Begrijpelijke Brieven Belastingdienst’. Dat loopt nog wel even, want in 2022 zijn slechts 1.100 van de – jawel - 5.900 standaardbrieven getoetst en samengevoegd, vervallen, of redactioneel verbeterd. In dat tempo gaat het nog vijf jaar duren en zijn ze dus al achterhaald door nieuwe onbegrijpelijke wetgeving van de politiek nog voordat ze begrijpelijk gemaakt kunnen worden.

Het ziekteverzuim bij de belastingdienst is hoog met 6,9%, maar mensen willen er wel werken, want in 2022 stroomde 2.712 fte aan personeel in, boven verwachting. Maar er gingen ook 1.491 fte weg, en er staat nog 959 fte aan vacatures open op een gewenste formatie van 26.282 fte. Eind 2022 was de bezetting 25.323 fte. Voor hen staat sinds 2022 intern een ‘loket Rechtsstatelijkheid en Hardheden’ open, vermoedelijk eveneens naar aanleiding van de toeslagentoestand. Medewerkers kunnen daar gevallen melden waarin de uitvoering van de regels ongewenste gevolgen kan hebben voor burgers en bedrijven. In 2022 werden 45 van zulke meldingen gedaan, waarvan er 18 zijn afgewikkeld, “bijvoorbeeld door aanpassing van wet- en regelgeving.”

Maar bij de drie notoire hoofdpijndossiers van de fiscus bleef het ook in 2022 naatje: de belastingtelefoon (onvoldoende bereikbaar en accuraat), boekenonderzoeken (veel te weinig) en ICT (achterhaald, te complex, te weinig eigen deskundig personeel, een ‘technische schuld’ (achterstallig onderhoud) van 26%).

Hoezeer het ‘rechtsherstel’ in box 3 een misnomer is, blijkt uit het feit dat het aantal bezwaarschriften tegen box 3 is opgelopen van 70.000 in 2021 naar 258.000 in 2022. Dat viel te verwachten bij een maatregel die - vanwege het dictaat van budgetneutraliteit - de ongedaanmaking van de excessieve overbelasting van spaarders financiert uit het nog verder omhoog fabuleren van het geheel fictieve rendement op elk ander vermogen dan spaargeld. Op bijvoorbeeld 10-jaarsstaatsobligaties - die de Staat tussen 2015 en 2022 uitgaf met een rente tussen 1% en negatief 0,5% - fabuleert diezelfde Staat voor 2022 een fictief gemiddeld langjarig rendement van 5,53%, en voor 2023: 6,17%. En het tarief in box 3 gaat ook nog eens elk jaar met een procentpunt omhoog. Bij dat interne loket ‘Rechtsstatelijkheid en Hardheden’ moeten dus 25.323 meldingen over box 3 binnenkomen. Zulke belastingheffing is weinig minder willekeurig dan elke inwoner aanslaan voor die € 56.000 die wij gemiddeld per hoofd verdiend hebben in 2022. Ook over 2023, 2024, 2025 en 2026 zullen de bezwaarschriften tegen box 3 bij honderdduizenden blijven binnenstromen, waardoor de belastingdienst zich nog jarenlang niet zal kunnen concentreren op zijn hoofdproblemen: ICT, belastingtelefoon en controledichtheid.

We eindigen positief: Financiën en de belastingdienst hebben in 2022 voor alle maatregelen uit het Belastingplan 2023 een ‘doenvermogen-scan’ uitgevoerd, waaruit blijkt dat “de meeste maatregelen” “geen of weinig” extra beroep doen op ons doenvermogen. Maarreuh … wat was de nulmeting?

 

Dit Vooraf verschijnt in NJB 2023/1322, afl. 19. 

 

Afbeelding: pixabay

 

Noten

1. Jaarrapportage 2022 | Belastingdienst (overheid.nl)

Over de auteur(s)
Peter Wattel
A-G bij de Hoge Raad